Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Onbelemmerd

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st), door niets belemmerd, ongehinderd, vrij: vrij en onbelem'merd als de vogel in de lucht; een on'belemmerde vrijheid genieten; een ruim en on'belemmerd uitzicht op de stad; de vrije en on'belermmerde uitoefening der katholieke religie.

< >