Wat is de betekenis van onbelemmerd?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onbelemmerd

onbelemmerd - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder behindering De rechercheur kreeg onbelemmerde doorgang naar de plaats van het misdrijf. Een onbelemmerde loop van het recht is een belangrijk vereiste voor de rechtstaat. Woordherkomst anton...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onbelemmerd

onbelemmerd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-be-lem-merd 1. door niets of niemand beperkt of gehinderd ♢ de stoet had onbelemmerd doorgang naar het paleis Bijvoeglijk naamwoord: on-be-lem-merd de/het onbelemmerd...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onbelemmerd

adj., ûnbihindere.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbelemmerd

bn. bw. (-er, -st), door niets belemmerd, ongehinderd, vrij: vrij en onbelem'merd als de vogel in de lucht; een on'belemmerde vrijheid genieten; een ruim en on'belemmerd uitzicht op de stad; de vrije en on'belermmerde uitoefening der katholieke religie.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onbelemmerd

bn. (ongehinderd, vrij): een onbelemmerd uitzicht hebben; onbelemmerde vrijheid.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onbelemmerd

(onbə'lemmərt) bn. en bw. ongehinderd, vrij: een leven leiden; zijn gang gaan.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onbelemmerd

(het accent wisselt), bn. en bw. (-er, -st), door niets belemmerd, ongehinderd, vrij: een on’belemmerde vrijheid genieten; een ruim en on'belemmerd uitzicht op de stad.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)