v. (-en),
1. het herinneren, het (bij iem. of zich) terugroepen in het geheugen of de gedachte : dat is een goede herinnering dat het tijd wordt om op te stappen', mag ik u dit in herinnering brengend, u er op wijzen; iets in herinnering brengen, er aan doen denken, het vermelden, memoreren;
2. vermogen tot herinneren, geheugen: iets in zijn herinnering voor zich zien;
3. aandenken, gedachtenis: hij zal in de herinnering blijven voortleven ; de herinnering aan iets levendig houden ;
4. voorstelling, beeld iemand van een voorval, een persoon of zaak bijgebleven: sluimerende herinneringen doen ontwaken ; hij had aan dat verblijf droevige herinneringen ; ik heb er geen herinnering van, ik kan het mij niet meer herinneren;
5. wat men zich herinnert: oude herinneringen ophalen ; ook als titel van boeken : lotgevallen en herinneringen; persoonlijke herinneringen;
6. voorwerp dat bestemd is om de gedachtenis aan iem. of iets levendig te houden : neem dit als een herinnering aan ons.