bn. bw. (-er, -st),
1. gezien of aanschouwd kunnende worden ; iets, een waarheid, een begrip aanschouwelijk maken, het afgetrokkene zo duidelijk voorstellen, dat het gemakkelijk te vatten is; — aanschouwelijk onderwijs : waarbij de leerlingen het behandelde (werkelijk of in afbeelding) te zien krijgen ;
2. levendig, schilderachtig (een beschrijving, een verhaal); (bw.) op zulk een wijze : iets aanschouwelijk voorstellen, beschrijven.