Gepubliceerd op 01-12-2020

afgraving

betekenis & definitie

ontgronding, waarbij het bodemmateriaal onder droge omstandigheden wordt verwijderd. Het doel hierbij kan zijn een verlaging van het maaiveld, b.v. om dit dichter bij het grondwater te brengen ten einde de vochtvoorziening van landbouwgewassen te verbeteren.

In dat geval is de afgraving te beschouwen als een maatregel van grondverbetering. Meestal echter hebben afgravingen de winning van bodemmateriaal ten doel. De gebruiksdoeleinden van dit materiaal kunnen zeer verschillend zijn. Turfafgravingen werden uitgevoerd voor de winning van brandstof; zand- en grindafgravingen hebben vnl. de winning van vul- en bouwmaterialen ten doel; kleiafgravingen hebben als doel de winning van grondstoffen voor keramische produkten en voor dakpannen en bakstenen; mergelafgravingen worden uitgevoerd voor cement- en kunstmestfabricage.Afgravingen hebben altijd een ernstige aantasting van de bodem en vaak ook van het landschap tot gevolg. Daarnaast kan het grondwater ongunstig worden beïnvloed doordat afdekkende bodemlagen worden verwijderd of soms zelfs watervoerende pakketten worden blootgelegd; hierdoor wordt het risico voor verontreiniging van het grondwater sterk vergroot. Een extra bedreiging van de grondwaterkwaliteit wordt veroorzaakt doordat het verleidelijk is om de ontstane gaten op te vullen met afvalstoffen. In het verleden zijn vele afgravingen als vuilstortplaats gebruikt, waarbij vaak weinig of geen controle werd uitgeoefend op de aard van de aangevoerde afvalstoffen. Zo konden in een oude afgraving bij Tubbergen grote hoeveelheden zuurteer gestort worden. Regen die op het gestorte afval valt, sijpelt daar doorheen, waarbij onderweg allerlei stoffen uit het afval opgelost worden.

De verblijftijd van dit percolatiewater in de bodem onder dergelijke stortplaatsen is vaak gering, doordat het afgraven tot dichtbij of soms tot aan het grondwater is voortgezet. Hierdoor wordt de mogelijkheid voor zuivering van het percolaat door vastleggings- en afbraakprocessen in de bodem sterk verminderd, met als gevolg vergrote risico’s voor grondwaterverontreiniging. -»-ontgronding.