Gepubliceerd op 29-06-2020

troon

betekenis & definitie

Zetel van een vorst, die traditioneel wordt beschouwd als een symbool van de waardigheid en continuïteit van zijn positie. In 1814 gebruikt men in de verslagen van verenigde vergaderingen officieel de termen ‘verheven gestoelte’ en ‘Zetel’ van de soevereine vorst.

Sinds 1815 is ook officieel sprake van de ‘Troon’. In maart van dat jaar nam Willem I de koninklijke waardigheid aan, ‘voor Ons zelve, en voor de Vorsten die, na Ons, den alzoo opgerigten troon bekleeden zullen’. Een zogenaamde ‘troonzetting’ is in Nederland bij de inhuldiging van de Koning overbodig. Hij bekleedt de troon van rechtswege.Een troon is het totaal van een podium, de koninklijke zetel die daarop geplaatst is en vaak een baldakijn dat erboven hangt. Het geheel geeft de positie aan van de vorst: hij is letterlijk hooggeplaatst en zit in een armstoel, die onder de zitmeubelen het aanzienlijkste type is. Het baldakijn boven het hoofd geldt traditioneel als teken van hoge waardigheid. In Nederland fungeren tronen bij twee verschillende gelegenheden, bij inhuldigingen en bij het uitspreken van de troonrede op Prinsjesdag. Bij inhuldigingen is de keuze van de troonzetel steeds een persoonlijke keuze van de vorst. Van de zetel die Willem I in 1814 gebruikte bij zijn inhuldiging als soeverein vorst, is niet veel bekend, vermoedelijk was dat een zetel uit het Paleis op de Dam.

Voor zijn inhuldiging in Brussel in 1815 had hij gebruik gemaakt van een vergulde troonzetel, die na de Belgische afscheiding in Brussel was achtergebleven. Koning Willem II koos daarom in 1840 voor een monumentale armstoel in neo-gotische stijl, die hij twee jaar voor de grote dag had aangeschaft bij de meubelmaker C. Breytspraak. Koning Willem III gebruikte de tot troon verbouwde favoriete armstoel van zijn vader. De stoel was een geschenk van zijn moeder, die er door de meubelmakers de gebroeders Horrix een verguld onderstel voor had laten maken en er vergulde leeuwen, maarschalksstaven en een kroon op had laten aanbrengen. Op de achterzijde liet zij de tekst aanbrengen: ‘Stoel van Koning Willem II, gegeven door Koningin Anna Paulowna aan Koning Willem III’.

Koningin Wilhelmina maakte gebruik van de zetel van haar vader, waarbij er voor haar een gekroonde W op de voorzijde van de rugleuning geborduurd was. Koningin Juliana liet in 1948 haar oog vallen op de zetel die tot 1904 door koningin Wilhelmina werd gebruikt bij de opening van de Staten-Generaal en die in de vergaderzaal van de Tweede Kamer stond.Koningin Beatrix koos voor een laat-19de-eeuwse vergulde armstoel in neo-Lodewijk XV-stijl. Deze werd voor de gelegenheid bekleed met zijde die omstreeks 1850 voor een aantal staatsievertrekken in Paleis Noordeinde werd geleverd. Het motief van de bekleding, de gouden rijksleeuw, en de kleuren rood en blauw, maakten van de armstoel een echte troonzetel. Voor het voorlezen van de troonrede is altijd een aparte troon gebruikt. Deze is eigendom van de Staten-Generaal.

Tot 1904 stond in de vergaderzaal van de Tweede Kamer een koninklijke troon(zetel). Sinds 1904 is de Nederlandse troon permanent opgesteld in de Ridderzaal. Het is een ontwerp uit dat jaar van P.H. Cuypers, in gotische stijl. De enige overgebleven zetel voor leden van het Koninklijk Huis die de Koning op Prinsjesdag vergezellen, is na het overlijden van prins Claus van het troonpodium verwijderd.