Gepubliceerd op 29-06-2020

Soeverein Vorst

betekenis & definitie

Toen Gijsbert Karel van Hogendorp in november 1813 de zoon van stadhouder Willem V uitriep tot ‘Hooge Overheid’, was nog niet duidelijk wat onder deze benaming moest worden verstaan. Nog voordat hij zich inscheepte om de oversteek naar Scheveningen te maken, verklaarde prins Willem Frederik dat hij ‘de soevereiniteit die hem aangeboden was’ afwees, omdat hij slechts verlangde naar ‘dezelfde rang en waardigheid die zijn vader had bekleed’.

Hij dacht dat de oude regeringsvorm ‘meer dan eenige andere der natie aangenaam moest zijn’. Eenmaal aangekomen in Nederland werd de prins duidelijk dat het ambt van stadhouder op weinig sympathie kon rekenen en nam hij, mede op advies van Van Hogendorp en de Leidse hoogleraar Joan Melchior Kemper, de titel ‘Souverein Vorst der Vereenigde Nederlanden’ aan. Om de nieuwe rang te onderstrepen werd hij niet ‘Willem de Zesde’ maar ‘Willem de Eerste’. Het koningschap was voor de omzichtige Willem Frederik nog een stap te ver. Deze titel zou hem ‘te verre boven alle menschen’ verheffen. Erg lang duurde deze bescheidenheid niet, want op 16 maart 1815, vlak nadat Napoleon van Elba was ontsnapt, maakte hij in een proclamatie bekend voortaan de koningstitel te voeren, om in tijden van nood ‘de consistentie’ van het nieuwe Verenigde Koninkrijk te kunnen ‘bevorderen’.Zie ook Hogendorp, Gijsbert Karel van Willem I Koning der Nederlanden.