Gepubliceerd op 29-06-2020

Bataafse Republiek

betekenis & definitie

Naam van de Nederlandse staat van 1795 tot 1806, opvolger van de Republiek der Verenigde Nederlanden. De Bataafse Republiek belichaamt de overgang van een statenbond waarin de gewesten soeverein waren, naar een eenheidsstaat.

Voor het eerst in de Nederlanden werd vastgelegd dat politieke vertegenwoordigers door (een deel van) het volk gekozen moesten worden. Met de introductie van het eenhoofdig leiderschap in 1805 was de Bataafse Republiek ook de wegbereider voor latere constitutioneel-monarchale stelsels in de vorm van het Koninkrijk Holland en het Koninkrijk der Nederlanden. In 1794 veroverden Nederlandse revolutionaire vluchtelingen met behulp van Franse troepen gebieden in het Zuiden van de Republiek. In januari 1795 trokken zij op naar Utrecht en daarna naar Amsterdam. Intussen had erfstadhouder Willem V met zijn gezin de wijk genomen naar Engeland (18 januari). De patriotten, die hun revolutiepoging in 1787 hadden zien stranden, kwamen aan de macht.

De machtsoverdracht voltrok zich zonder bloedvergieten, waardoor men spreekt van een ‘fluwelen revolutie’. De Republiek der Verenigde Nederlanden werd omgedoopt in Bataafse Republiek, in feite een satellietstaat van Frankrijk. Het stadhouderschap werd afgeschaft en de bezittingen van de Oranjes in de Nederlanden werden verbeurd verklaard. Een gekozen orgaan, de Nationale Vergadering, moest de oude Staten-Generaal vervangen; de eerste bijeenkomst vond plaats op 1 maart 1796. Al snel ontstonden verschillende politieke kampen. Federalisten stonden tegenover unitaristen en voorstanders van volkssoevereiniteit tegenover aanhangers van Oranje.

In januari 1798 pleegden door Frankrijk gesteunde unitaristen een staatsgreep. In april werd een ontwerp voor een centralistische grondwet, die gebaseerd was op de principes van de Franse Revolutie, aan de beperkte groep kiesgerechtigden voorgelegd en vervolgens door hen aangenomen. Aarzelend handelen door de machthebbers en ontwikkelingen die in de richting van een dictatuur dreigden te gaan, leidden tot een tweede staatsgreep in juni 1798 onder leiding van Herman Willem Daendels. In 1799 werd de republiek aangevallen door een Engels-Russische coalitie, gesteund door prins Willem V. Een invasie in Noord-Holland mislukte. De vredesverdragen van Amiens regelden onder andere dat de Oranjes schadeloosstelling zouden ontvangen voor verloren ambten en bezittingen.

Na een nieuwe staatsgreep in september 1801 werd veel van het revolutionaire gedachtegoed weer opzijgeschoven. Zo werd de macht van de volksvertegenwoordiging ingeperkt, werden de oude provincies weer opgetuigd en kregen veel regenten uit de tijd van de Republiek der Verenigde Nederlanden hun posities terug. In haar nadagen had de Bataafse Republiek slechts één leider in de persoon van raadpensionaris Rutger Jan Schimmelpenninck (18051806). De Franse keizer Napoleon Bonaparte was van mening dat de republiek vooral dacht aan haar eigen belangen en te weinig aan de Franse. Hij hief de Bataafse Republiek uiteindelijk in mei 1806 op en verving deze door een monarchie met zijn broer koning Lodewijk aan het hoofd.Zie ook Koninkrijk Holland patriotten.