statenbond
Staatsorganisatie, waarbij de onderdelen afzonderlijke staten vormen.
Cees van der Kooij & Marjan de Groot-Reuvekamp (2009)
drs. L.A. Beeloo (1981)
een van de vormen van een samengestelde staat, waarbij de afzonderlijke staten een centrale leiding erkennen om voor bepaalde doeleinden (b.v. bij de verdediging) samen te werken. De lidstaten blijven soeverein, d.w.zie behouden hun eigen staatsgezag.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), bond van souvereine staten of rijkjes onder een centraal gezag, berustend op een staatsverdrag (een lossere vereniging dan een bondstaat).
Winkler Prins (1949)
(confederatie), bond van souvereine staten welke echter bepaalde gemeenschapp. belangen hebben opgedragen aan een centrale regering.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
(confederatie) is een op een verdrag steunende vereniging van onafhankelijke staten, opgericht ter behartiging van gemeenschappelijke belangen, vooral ter bescherming van het grondgebied dier staten tegen buitenlandse vijanden.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
In tegenstelling met den ➝ bondsstaat hebben de in een s. vereenigde staten hun souvereiniteit grootendeels behouden. Voorbeelden van een s. zijn: de Vereenigde Republiek der zeven Nederlandsche Provinciën, Oostenrijk-Hongarije vóór het vredesverdrag van St. Germain (10 Sept. 1919). Men spreekt dan van een reëele unie, terwi...
Jozef Verschueren (1930)
m. (-en) bond van staten die tot zekere hoogte hun zelfstandigheid behouden : de Verenigde Staten van Noord-Amerika vormen een -; een is een lossere vereniging dan een bondsstaat.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: