Definities van Oosthoek Encyclopedie in de Ensie Z
- zonnevlam
- zonnevlek
- zonnevlekkentheorie
- zonnevogels
- zonnewende
- zonnewijzer
- zonnewind
- zonnig
- zonsparallax
- zonsverduistering
- zonwering
- zonweringdoek
- zoöchorie
- zoöfaag
- zoöfiel
- zoöfilie
- zoöfyt
- zoogdier
- zoogdieren
- zoögeografie
- zoögloea
- zoögrafie
- zool
- zoölatrie
- zoolbeslag
- zoolganger
- zoolleder (zoolleer)
- zoölogie
- zoölogisch station
- zoöloog
- zoolzweer
- zoom
- zoomkap
- zoomlens
- Zoon des mensen
- zoönose
- zoor
- zoöspore
- zoötechniek
- zootje
- zoötomie
- zoöxanthel
- zopas
- zorg, v./m. (-en)
- zorgdijk
- zorgelijk (zorglijk)
- zorgeloos
- zorgen
- zorgenkind
- zorgvuldig
- zorgvuldigheidsbeginsel
- zorgwekkend
- zorgzaam
- zorilla
- Zorio
- Zorn
- Zoroaster
- zoroastrisme
- Zorobabel
- Zorrilla
- Zoser (Djoser)
- Zosimos, Grieks alchemist
- Zosimos, Grieks geschiedschrijver
- Zósjtsjenko
- Zostera
- zostraks
- zot
- zotheid
- zotskap
- zotskolf
- Zottegem
- zotternij
- zouaaf
- zout water
- zout, bn
- zout, o. (-en)
- zoutaccijns
- zoutarm
- zouteloos
- zouten
- zoutgehalte
- zoutglazuur
- zoutgras
- zoutje
- zoutklier
- zoutkoepel
- zoutkruip
- zoutlagune
- Zoutleeuw
- Zoutman
- zoutmelde
- zoutmijn
- zoutpan
- zoutpijler
- zoutpilaar
- zoutprop
- zoutresistentie
- zoutschade
- zoutsteppe
- zoutstrooier
