[Aramees: barnasja, mensenkind] (mensenzoon), bijbelse term met apocalyptische strekking, in Dan.7,13 gebruikt om een macht aan te duiden hoger staande dan de voorafgaande diergestalten. Daarna omvat hij eschatologische verwachtingen, die uiting vinden in gedeelten van het boek Henoch en 4 Ezra (Esdras).
Jezus past hem in de evangeliën op zichzelf toe.