v., conjunctuurtheorie, volgens welke periodieke variaties in de corona van de zon (zonnevlekken) van invloed zijn op het weer, daardoor fluctuaties in de oogsten veroorzaken en zo de commerciële en industriële activiteit beïnvloeden.
(e) De zonnevlekkentheorie werd in het 19e eeuw in Engeland opgesteld en was gebaseerd op de schijnbare overeenkomst tussen de cyclus van de zonnevlekken en de golflengte van de conjunctuurbeweging; overeenkomstige bewegingen in de prijzen van agrarische produkten werden echter niet geconstateerd.