Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie D
- duellist
- duenna
- duet
- duf
- duffel
- duffelen
- duffels
- dufsteen
- duidelijk
- duiden
- duif
- duig
- duik-almanak
- duikboot
- duikbootbasis
- duikbootoorlog
- duikelaar
- duikelen
- duiken
- duiker
- duikerhelm
- duikertje
- duikertje o. -s (kinderspeelgoed: duikelaar); zie Cartesiaans
- duikvogels
- duim
- duimeling
- duimelot
- duimen
- duimkruid
- duimpje
- duimschroef
- duin
- duinenreeks
- duingrond
- duist
- duister
- duisterling
- duisternis
- duit
- duitblad
- duitendief
- Duits
- Duitser
- duivekater
- duivel
- duivelbanner
- duivelin
- duiveljager
- duivelkamer
- duivels
- duivelsadvocaat
- duivelshaar
- Duivelshuis
- duivelskaas
- duivelstoejager
- duiver
- duivin
- duizelen
- duizelig
- duizeligheid
- duizeling
- duizelingwekkend
- duizend
- Duizend-en-één-nacht
- duizendguldenkruid
- duizendjarig
- duizendknoop
- duizendkunstenaar
- duizendmaal
- duizendpoot
- duizendpoter
- duizendschoon
- duizendste
- duizendtal
- duizendvoud
- duizendvoudig
- dukaat
- dukatengoud
- dukaton
- dukdalf
- dul
- Dulce et decorum est pro patria mori
- Dulcinea (de Toboso)
- duldbaar
- duldeloos
- dulden
- dulia
- dullen
- duls, dulst
- dum-dum-kogel
- dumping
- dumster
- dun
- dundoek
- dunk
- dunken
- dunlop
- dunnen
- dunnetjes
- dunsel
