1. v. -en, soms o. (zandheuvel inz. aan de kust, meest in het mv.): de -en bij Zandvoort; een man verscheen op de top van dat —; 2. (verzameln.), o.: wandelen in het —; -aardappel, m. -s, -en (aardappel van de duinpannen en afgezande duinvlakten); -beplanting, v. -en (beplanting van duinen met helm enz. tegen verstuiving);
-doorn, m. -en (doorngewas op de duinen [ook als sierstruik], mei groenachtige bloemen en lancetvormige bladeren; Lat. hippophaes rhamnoïdes): de gemene — of kattendoom.