Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie D
- dassenhaar
- dassevel
- dasspeld
- dasymeter
- dat
- dateren
- datgene
- datiel
- dativus
- datje
- dato
- datoek
- Daumont
- dauphin, dauphijn
- dauphine
- dauw
- dauwel
- dauwen
- dauwtreden, -trappen
- dauwworm
- daver
- daveren
- davering
- Daviaan
- David
- davits
- dazen
- dazerik
- de but en blanc
- de dato
- de facto
- De gustibus non est disputandum
- de jure
- de mortuis nil nisi bene
- De profundis
- dealer
- deb
- débâcle
- deballoteren
- débarcadère
- debarqueren
- debat
- debater
- debatingclub
- debatteren
- debet
- debiet
- debitant
- debiteren
- debiteur
- débouché
- debrayeren
- debut
- debutant
- debuteren
- debuut
- deca
- decade
- decadent
- decadentie
- decagram
- Decalogus
- Decamerone
- decameter
- decanaat
- decanteren
- decanus
- Decapolis
- decastère
- December
- Decembristen
- decemvir
- decemviraat
- decennium
- decent
- decentralisatie
- decentraliseren
- deceptie
- décharge
- dechargeren
- deci…
- decideren
- decigram
- decimaal
- decimaalteken
- decimeren
- decimeter
- decisie
- decisief
- decistère
- declamando
- declamatie
- declamator
- declamatrice
- declameren
- declarant
- declaratie
- declareren
- declinatorium
- declineren
