Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Boudewijn

betekenis & definitie

mannennaam die door vele vorstelijke personen is of wordt gedragen.

BELGIË

Boudewijn, Albert Charles Leopold Axel Marie Gustave. koning der Belgen (1951 — ), *7.9.1930 Brussel; oudste zoon van koning Leopold III en koningin Astrid; sedert 15.12.1960 gehuwd met → FabioIa de Mora y Aragón. Verbleef tijdens de Tweede Wereldoorlog te Ciergnon en te Laken en werd juni 1944. samen met zijn vader, naar Duitsland en later naar Oostenrijk (Strobl) gevoerd; verbleef vanaf 1945 met Leopold in Zwitserland: keerde juli 1950 naar België terug, waar hem. na het intern conflict rond zijn vader Leopold III (→ koningskwestie), de koninklijke macht en titel van ‘koninklijke prins’ werd opgedragen. Op 17.6.1951 legde hij als vijfde koning der Belgen de grondwettelijke eed af.

Litt. D.Polet. Baudouin, un roi au service de son pays (1976).

Boudewijn Leopold Filips Marie Charles Antoine Jozef Louis, prins van België, *3.6.1869 Brussel, ✝23.1.1891 Brussel; oudste zoon van Filips, graaf van Vlaanderen en van Maria van Hohenzollern-Sigmaringcn. Werd opgeleid als vermoedelijk troonopvolger van zijn oom, Leopold II: volgde de Krijgsschool en was kapitein bij de grenadiers, toen hij plotseling overleed.

HENEGOUWEN

Boudewijn I, graaf van Henegouwen (1051-70), → Boudewijn VI van Vlaanderen.

Boudewijn II, graaf van Henegouwen (1071—98), *ca. 1064, ✝ 1098 in Bithynië; tweede zoon van Boudewijn I. Volgde zijn oudere broer Arnulf III op. Moest Vlaanderen afslaan aan zijn oom Robrecht de Fries, maar kon zijn gezag in Henegouwen handhaven dank zij de hulp van → Theoduinus. prins-bisschop van Luik, aan wie Boudewijn manschap voor Henegouwen deed. Zijn pogingen om Vlaanderen te heroveren mislukten. Werd tijdens de Eerste kruistocht in het Oosten vermoord.

Boudewijn III, graaf van Henegouwen (1098-1120), ✝ 1120; zoon van Boudewijn II en van Ida van Leuven. Volgde zijn vader op en trachtte op zijn beurt Vlaanderen te heroveren, vooral na het kinderloos overlijden van de Vlaamse graaf Boudewijn VII Hapkin. Maar hij kon de opvolging aldaar van Karel de Goede niet beletten.

Boudewijn IV, graaf van Henegouwen (1120-71), *ca. 1109. 1*2.11.1171; bijgen. Ie Batisseur, de bouwer; zoon van Boudewijn III en Yolande van Gelre. Volgde zijn vader op, aanvankelijk onder regentschap van zijn moeder, en liet herhaaldelijk, maar vergeefs, zijn rechten op Vlaanderen gelden. Aan het slepende conflict tussen beide graafschappen kwam een einde door het huwelijk van zijn zoon Boudewijn (v) met de zuster van de Vlaamse graaf. Margaretha van de Elzas. Dankt zijn bijnaam aan het bouwen van grensversterkingen.

Boudewijn V, graaf van Henegouwen (1171-95). van NAMEN (1188-95) en van VLAANDEREN (1191-94). *ca. 1150. tl7.12.1195; bijgen. De Moedige; zoon van Boudewijn iv en Alix. dochter van de graaf van Namen. Volgde zijn vader op. bemachtigde 1188 het graafschap Namen ingevolge erfreehten via zijn moeder, en werd 1191. na de dood van zijn kinderloze zwager, graaf Filips van de Elzas, als Boudewijn VIII graaf van Vlaanderen. Bij het overlijden van zijn vrouw in 1194 ging Vlaanderen over op zijn zoon Boudewijn (vi). → Boudewijn ix van Vlaanderen.

Boudewijn VI van Henegouwen. → Boudewijn ix Van Konstantinopel, graaf van Vlaanderen.

LATIJNS KEIZERRIJK

Boudewijn I van Konstantinopel. keizer van het Latijns Keizerrijk (1204-05), → Boudewijn ix van Vlaanderen. Boudewijn II van Courtenay, keizer van het Latijns Keizerrijk (1237—61), *1217, f1272; zoon van de Latijnse keizer Peter II van Courtenay en Yolande van Vlaanderen. In opvolging van zijn schoonvader Jan van Brienne (✝ 1237) werd Boudewijn in 1239 tot keizer van Konstantinopel gekroond. Voordien had hij tevergeefs het westen bereisd op zoek naar steun in de strijd tegen de Bulgaren en de Grieken van het keizerrijk Nicea. Zonder leger en geldmiddelen moest Boudewijn in 1261 definitief het Latijns Keizerrijk prijsgeven (veroverd door MichacI vm Palaiologos. keizer van Nicea).

UTRECHT

Boudewijn I (Lat.: Balduinus), bisschop van UTRECHT (990 of 91 -995). ✝ 10.5.995; afkomstig uit de omgeving van Bamberg. Van zijn bestuur is vrijwel niets bekend.

Boudewijn II (Lat.: Balduinus) van Holland (van Bentheim). bisschop van Utrecht (1178-96), ✝ 30.4. (of 27.4.. of 4.6.) 1196 Mainz; broer van graaf Otto van Bentheim en van graaf Floris III van Holland, waardoor Holland in Utrecht kon penetreren. Boudewijn kreeg moeilijkheden met Otto I van Gelre over de Veluwe en Salland en met de burggraven van Groningen en Coevorden. Tegen de laatste leed hij 1195 een nederlaag. Wel nam keizer Hendrik vi 1196 een beslissing ten gunste van Utrecht, maar in dat jaar overleed Boudewijn.

VLAANDEREN

Boudewijn I de IJzeren (of: met de IJzeren Arm), f879: gouwgraaf in het Westfrankische Rijk onder koning Karel de Kale, huwde na schaking (862) en verzoening diens dochter Judith. Verwierf het beheer over verschillende gouwen tussen Schelde en Noordzee en legde daardoor de grondslag voor het latere graafschap Vlaanderen; wist zich met succes te verdedigen tegen de eerste invallen van de Noormannen.

Boudewijn II de Kale, graaf van Vlaanderen (879—918), ✝ 918; zoon van Boudewijn I. Tijdens de grote Noormannen-invallen in 879 en 883 kon hij standhouden in de burcht van Brugge en palmde nadien een aantal verlaten gouwen in rond de Scheldestreek en in het noordelijk deel van Vlaanderen; werd hierdoor de feitelijke stichter van het graafschap Vlaanderen. Zijn macht en onafhankelijkheid steunden grotendeels op grondbezit, vooral gewonnen op de rijke abdijen te Gent en in het zuiden; op zeker ogenblik reikte zijn invloed tot aan de beneden Canehe. Was gehuwd met Elftrudis, dochter van Alfred de Grote, die hem twee zonen schonk: → Arnulf (i) en Adalulf.

Boudewijn III, graaf van Vlaanderen (958—62), f962; zoon van Arnulf I de Grote. Werd door zijn vader in 958 als medegraaf aangesteld, maar overleed kort nadien. Bij de dood van Arnulf I in 965 ging het graafschap over op Boudewijns zoon, Arnulf II.

Boudewijn IV met de Baard. graaf van Vlaanderen (988—1035), ✝ 30.5.1035; zoon van Arnulf II en Rozala Suzanna van Italië. Bij de dood van zijn vader was hij nog minderjarig en werd het graafschap geregeerd door zijn moeder en haar tweede echtgenoot Robert, zoon van de Franse koning Hugo Capet. Bij zijn meerderjarigheid herstelde Boudewijn de grafelijke macht en voerde jarenlang strijd tegen keizer Hendrik II om zijn bezit op de rechteroever van de Schelde uit te breiden, o.a. met het oog op een veiligstelling van de opkomende handel. Hij bemachtigde Valenciennes en Ename, twee steunpunten in de rijksverdediging, en ontving van de keizer in leen Zeeland ten westen van de Schelde en de Vier Ambachten, wat de basis vormde van Rijks Vlaanderen (tegenover→ Kroonvlaanderen. in leen van de Franse koning).

Boudewijn V van Rijsel, graaf van Vlaanderen (1035-67). ✝ 1.9.1067; zoon van Boudewijn iv. Breidde Rijksvlaanderen verder uit, o.a. met het land van Aalst en verwierf invloed in het graafschap Henegouwen door het huwelijk in 1051 van zijn zoon Boudewijn vi met de grafelijke weduwe → Richildis. In 1060 tot voogd aangesteld over de minderjarige Franse koning Filips i. Hij ijverde voor de ontwikkeling van Binnen-Vlaanderen, hel verlaten gebied tussen Schelde en de kust.

Boudewijn VI, graaf van HENEGOUWEN (1051-70), graaf van Vlaanderen (1067-70), *ca. 1039, ✝ 17.7.1070; zoon van Boudewijn v; 1051 gehuwd met Richildis, weduwe van Herman van Bergen, graaf van Henegouwen. Boudewijn werd via Richildis. door onterving van de kinderen uit haar eerste huwelijk, als Boudewijn I graaf van Henegouwen. Toen hij 1067 zijn vader opvolgde in Vlaanderen, weerden beide graafschappen in een personele unie verenigd. Na zijn vroegtijdige dood ontstond echter strijd tussen zijn zoon en opvolger, Arnulf (m). en Boudewijns jongere broer. Robrecht de Fries, die het pleit won te Cassel (1071). Robrecht maakte zich meester van Vlaanderen, terwijl Henegouwen overging op een jongere broer van de gesneuvelde Arnulf, Boudewijn lI.

Boudewijn VII Hapkin (=met de bijl), graaf van Vlaanderen (1111-19), *1093, ✝17.6.1119; zoon van Robrecht ii van Jeruzalem. Volgde 1111 zijn vader op als graaf van Vlaanderen en zette diens politiek voort ter handhaving van de landvrede, die tegemoetkwam aan de opkomst van de steden en van de handel; dankte zijn bijnaam aan zijn optreden tegen roofridders en oorlogvoerende edellieden. Het geslacht van Boudewijn I de IJzeren stierf in mannelijke linie met hem uit. Hij werd opgevolgd door zijn neef en raadgever, → Karel de Goede.

Boudewyn VIII, graaf van Vlaanderen (1191—94), → Boudewijn v van Henegouwen.

Boudewijn IX van Konstantinopel, graaf van Vlaanderen (1194-1205), graaf van Henegouwen (1195-1205) en keizer van het LATIJNS KEIZERRIJK (1204-05), *1171 Valenciennes, ✝1205 (of later?); zoon van Boudewijn vin. Hij volgde zijn vader in Henegouwen op als Boudewijn VI. Met het oog op de Vlaamse belangen steunde hij. anders dan zijn vader, de Engelse korting tegen Frankrijk en dwong hij Filips II August van Frankrijk tot gedeeltelijke teruggave van Artois. Hij nam deel aan de vierde kruistocht (1202-04) en werd na de verovering van Konstantinopel tot keizer Boudewijn I van het Latijns keizerrijk gekroond. De tijd ontbrak om grootse plannen ten uit voer te brengen, zoals de opheffing van het Oosters schisma, want reeds in 1205 werd hij door de Bulgaren bij Adrianopel verslagen en gevangengenomen. Van zijn verder lot is niets bekend.

Hij liet twee jonge dochters na: → Johanna en → Margaretha van Konstantinopel. In 1225 trad in Vlaanderen een Valse → Boudewijn op.

LITT. Nat. Biogr. Wb. I (1964).