Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Albert

betekenis & definitie

(Alhrecht). graven van Namen.

Albert I, vermeld 981, ✝ kort vóór 1011. Afstammeling van de gouwgraaf Berengarius. die een zwager was van hertog Giselbert van Lotharingen. Van Albert wordt het eerst de titel graaf van Namen (comes Namucï) vermeld. Hij was gehuwd met Irmingarde (✝ 1049), dochter van Karel I, zoon van de Franse koning Lodewijk IV d'Outremer. Van hem is weinig met zekerheid bekend.

Albert II, zoon van voorgaande, wordt 1031 vermeld, ✝ 1063/64? Volgde na 1018 zijn broer Robert n op. Hij huwde Regilindis, dochter van Gothelo i, hertog van Neder-Lotharingen en kwam daardoor in het bezit van de streek (later graafschap) Durbuy. Vergrootte de stad Namen, die hij van vestingen voorzag.

Albert III, zoon van voorgaande, wordt 1063/64 vermeld, ✝ 22.6.1102. Verloor bij opvolging van zijn vader het graafschap Durbuy aan zijn jongere broer Hendrik: steunde Richildis en Amulf in van Vlaanderen in hun strijd tegen → Robert de Fries. Hij huwde Ida, dochter van Frederik van Luxemburg, hertog van Neder-Lotharingen en kwam daardoor in bezit van de streek (later graafschap) Laroche. Verwierf de hoge voogdij over de kloostergoederen van Stavelot-Malmédy en van het graafschap Bruningerode. Na 1076 liet hij aanspraken gelden op het hertogdom Bouillon, doch deze werden verijdeld door Godfried van Bouillon, die hierbij de steun van bisschop Hendrik i van Luik ontving.

LITT . F.Rousseau, Actes de comtes de Namur. 946-1196 (1936).