Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Brussel

betekenis & definitie

hoofdstad van het koninkrijk België. Ontstond in de onmiddellijke nabijheid van een burcht, gelegen op het St.

Gorikseiland in de Zennebochten, waar reeds in 977 een kapel stond, gewijd aan de heilige Gorik. In de laatste jaren van de 10e eeuw raakten de burcht en het omringende graafschap in handen van de graaf van Leuven. De nederzetting van kooplieden kwam tot bloei in de loop van de 12e eeuw. toen Brussel knooppunt werd op de belangrijke handelsweg Keulen-Brugge. de stad ontwikkelde zich over de heuvels, gelegen op beide Zonne-oevers, waarop o.m. de St.Michielskerk en een nieuwe grafelijke burcht (op de Coudenberg) verrezen. Sedert 1154 beschikte Brussel over een eigen Schepenbank, doch de oudst bewaarde keure dateert van 1229, geschonken door de Brabantse hertog Hendrik i. Het nijverheidsleven was vooral georiënteerd op de lakenproduktie en lakenhandel, die tot de 14e eeuw, samen met het stadsbestuur, gemonopoliseerd werden door het patriciaat van de stad. In 1421 werd het beheer over de stad verdeeld tussen de patricische geslachten en de ambachten, in natiën gegroepeerd, ten gevolge van een geslaagde opstand van het ‘gemeen'.

Tijdens de → Brabantse Successieoorlog werd Brussel door de Vlaamse troepen ingenomen, die echter door de Brusselse patriciër Everaart 't Serclaes verdreven werden. Tengevolge van deze gebeurtenissen werd een nieuwe, veel ruimere omwalling aangelegd (1357-59). die tot ca. 1840 de stadsgrens bleef. Sedert het midden der 14e eeuw verkozen de hertogen van Brabant Brussel tot hun belangrijkste residentie, wat het gebleven is tijdens de Bourgondische hertogen en nog in de 16c tot de 18e eeuw onder de landvoogden en landvoogdessen, die in de Zuidelijke Nederlanden de landsheer vertegenwoordigden. Na het verval der lakennijverheid, in de 15e eeuw, werd deze vervangen door een luxe-industrie (tapijtweverij en kant). Door het graven van de Willcbroekvaart, die sedert 1561 Brussel met de Rupel en de Schelde verbond, kreeg de stad een verbinding met de zee. Tijdens de oorlogen van Lodewijk xiv leed Brussel zware schade door de beschieting van de Franse legers in 1695.

Onder de Oostenrijkse gouvemeur-generaal Karel van Lorreinen (1749—80) werd het centrum van de stad in neoklassieke stijl, naar het voorbeeld van Wenen, omgebouwd. De → Brabantse omwenteling tegen Jozef II (1788-90) werd geleid vanuit Brussel. Tijdens de Franse overheersing (1795-1814) werd Brussel hoofdplaats van het Departement van de Dijle, terwijl het in het Koninkrijk der Nederlanden (1815-30) beurtelings met 's-Gravenhage als hoofdstad fungeerde. De Brusselse opstootjes van aug. 1830 zijn de aanleiding tot de → Belg. Revolutie geweest. Brussel werd hoofdstad van België, residentie van de koning en hoofdplaats van de prov. Brabant.Litt.: L.Hymans. Bruxelles a travers les ages (3 dln. 1885—89); F.Favresse. L'avèncment du régime démocratique a Bruxcllcs pendant le Moven Age (1932); G.des Marez, Le dévcloppcment territorial de Bruxelles au Moven-Age (1935); M.van Hamme. Histoire de Bruxelles. de la maison de Bourgogne a 1830 (1945); M.van Hamme. Bruxelles 1100 1800 (1949); Bruxelles au 15me siècle (1953); A.Roggen en K.Smeyers. Brussel, hoofdstad van het land (1956); L.Verniers.

Bruxelles et son agglomération de 1830 a nos jours (1958; met bibliografie); M.Marlens. Le censier ducal pour Lammanie de Bruxelles de 1321 (1958); M.van Hamme. Brussel van landelijke nederzetting tot wereldstad (1968); L.Lindemans. Huidige taalverhoudingen in de Brusselse agglomeratie (1968); J.Charlier. La peste a Bruxelles de 1667—69 et ses conséquences démographiques (1969); A.Wauters, Histoire des environs de Bruxelles (1971); A.Henne en A.Wauters. Hist. de la ville de Bruxelles (1845; 2e dr. 4 dln. 1976).