Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Belgen

betekenis & definitie

[<Lat. Belgae). bewoners van Gallia Belgica tussen Seine.

Marne. Rijn en Noordzee. Het is een twistpunt of zij Germanen of Kelten waren; het waarschijnlijkst lijkt gegermaniseerde Kelten. Zij waren ontstaan nadat in het begin van de 5e eeuw v.C. dragers van de Keltische → La Tène-cultuur uit Zuidwest-Duitsland gevlucht waren naar het Marnegebied en in de 3e eeuw v.C. Germanen zich bij hen gevoegd hadden. Zij vormden verscheidene onafhankelijke stammen; o.a. de Remi.

Bellovaci, Atuatuci, Condrusii, Nervii, Morini. Menapii. Eburones. Viromandui, Sucesiones. Ambiani. Ambivariti.

De Belgen in Gallia Belgica gaven na 46 v.C. de strijd op en werden geromaniseerd. In de 2e en 3e eeuw n.C. beleefde dit gebied een grote bloei. In de 16e eeuw hebben de humanisten de naam (Belgae, Belgium) doen herleven ter aanduiding van de Nederlanden, na 1790 beperkt tot de Zuidelijke Nederlanden.