Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

BANKEN

betekenis & definitie

Nadat men in Brabant was aangewezen op bepaalde instellingen van lombarden, waarvan de macht in handen was van voornamelijk Italianen, die kennis droegen van een bepaalde methode van handeldrijven en boekhouden, werd een begin gemaakt met banken van lening, die onder strengere controle kwamen. Het Italiaanse element onder de bankhouders was echter in het begin van de zestiende eeuw reeds verdwenen.

Al veel eerder, eind 14e eeuw, werd officieel door de hertogin van Brabant, bijvoorbeeld aan de stad 's-Hertogenbosch, toegestaan en stadswisselaar aan te stellen. Op deze manier waren de handelaars niet langer aangewezen op particuliere bankiers.In 1737 werd begonnen met de firma F. van Lanschot. het oude bankiersgeslacht uit ’s-Hertogenbosch, dat ook herhaaldelijk in de stadsregering een rol heeft gespeeld. Het zou uitgroeien tot een bankbedrijf met nederzettingen in Eindhoven, Tilburg, Breda, Roosendaal. Vught en nog diverse andere plaatsen.

Ook Breda had een oude bank in Van Mierlo, waarmee een 23-jarige dokterszoon, samen met zijn vader, in 1884 begon „voor de stad Breda en de daar omliggende landen”. Het kwam in 1934 tot een fusie met de oude Wester Handelsbank uit Bergen op Zoom en een nauwere samenwerking zou later met een landelijke bank volgen. Op het einde van de 19e eeuw waren er in steden. maar vooral op dorpen de Boerenleenbanken begonnen. Tussen 1886 en 1890 waren er nog maar enkele. Helvoirt en Beek en Donk kregen toen hun eerste „spaar- en voorschotkassen”, maar de grote vlucht kwam nadat in 1896 de boeren elkaar in de toen opgerichte NCB gevonden hadden en de Norbertijn, pater G.v.d. Eisen, de dorpen afging om voor die samenwerking te pleiten.

De plaatselijke banken gingen over tot een coöperatie, de Centrale Boerenleenbank, die in december 1898 in Eindhoven werd gevestigd. Omstreeks 1910 waren er al meer dan honderd plaatselijke banken bij aangesloten en na het samengaan met Raiffeisen in 1972 staan er Rabo-banken in ongeveer twaalfhonderd steden en dorpen van ons land.

Vanzelfsprekend zijn er in vele plaatsen in Noord-Brabant ook filialen van alle landelijk opererende bankinstellingen gevestigd, een enkele maal na overname, zoals de in 1864 opgerichte bank Lentjes en Drossaerts NV te ’s-Hertogenbosch door Slavenburg’s Bank. of het samengaan van banken, zoals de Bondsspaarbank Breda in de Verenigde Spaarbank van 1983, met andere Bondsspaarbanken met vestigingen in een tiental Brabantse gemeenten. De in 1890 opgerichte Tilburgse Hypotheekbank N.V. werd in 1984 failliet verklaard. De pandbriefhouders hadden ca f.300 miljoen te goed, terwijl het tegoed van banken en pensioenfondsen neer kwam op f.400 miljoen. Met een schuldenlast van ruim f.725 miljoen, tegenover f.500 miljoen aan baten, werd deze bank geliquideerd.

Bron: Prof. dr. H. Bosman: Het Nederlandse Bankwezen, 1978; A. van Oirschot: Het Land van de Brabanders, 1975.