Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

TILBURG

betekenis & definitie

gemeente in Noord-Brabant, grenzend in het noorden aan Dongen, Loon-op-Zand en Udenhout, in het oosten aan Berkel c.a. en Hilvarenbeek, in het zuiden aan Goirle, in het zuidwesten aan Alphen-Riel, in het westen aan Gilze en Rijen. Tilburg is ontstaan uit de herdgangen (zie aldaar) Kerk of Heike, Heuvel, Goirke, Besterd, Hasselt, Oerle, Broekhoven, Korvel, Heikant, Stokhasselt en Laar.

Van de oude wijken, worden officieel genoemd: Bergdijk, Hazennest, Heikant, Houtsestraat ged. Koningshoeven, Kouwenberg, Laar, Oerle, Rugdijk en Vijfhuizen. Aantal inwoners (1986) 153.812; oppervlakte 8.018 ha.Wapen: in azuur een gevoegde burcht van goud, bestaande uit drie verlichte torens, waarvan de middelste een weinig groter is, gedekt met spitse, van bollen en windvanen voorziene daken, en staande binnen een veelhoekige ringmuur van hetzelfde, met poortopening in de schildpunt.

De afkomst van de naam blijft onzeker; verwezen wordt naar Europese plaatsnamen eindigend op -burg, -bury, -bourg en -burgh, met vermelding van de plaatsen Tilbury aan de Thames en Tilbury tussen Cambridge en Colchester. Genoemd is ,,de burcht van Tille”, vleinaam voor een zekere Theodulf. Tilkan ook slaan op gracht of greppel, Tilburg is dan een door een gracht omgeven burcht.

Geschiedenis: Voor het eerst komt de naam voor in een giftbrief, d.i. een schenkingsacte, van 21 mei ??

(De promotie tot zelfbesturend lichaam, 28 maart 1453, is door de schilder Albert Verschuren op een schilderij verbeeld, 1928.)

In de vermelde schepenbank had Tilburg vijf en Goirle drie zetels.

Tot in de 15de eeuw was Tilburg een agrarische gemeenschap. Toen echter in 1556 het adellijk leen in percelen werd verdeeld kreeg de omgeving van de kerk een min of meer stedelijk karakter. De oorlogen in de 16de en 17de eeuw hebben Tilburg en Goirle evenzo geteisterd als die dat andere gemeenschappen hebben gedaan. Veel volk gedood, veel land verwoest, boeren en burgers geknecht en gekneveld.

Gedurende de Tachtigjarige Oorlog verplaatste in 1579 het leger van de hertog van Parma zich van Maastricht naar ’s-Hertogenbosch, via Tilburg en Goirle. De heerlijkheid kreeg een Spaanse bezetting, daarna een Staatse, om en om.

Meer dan elders in de Generaliteitslanden zette de reformatie in Tilburg in zekere mate vaste voet. Zij die de nieuwe religie aanamen, vertrokken echter in de meeste gevallen naar Holland met name naar Rotterdam, dat, ook uit het Antwerpse, bij voorkeur de drapeniers, de lakenbereiders trok.

De bekende export van Tilburgs laken via de Langstraat naar Holland (Leiden) gaat in haar oorsprong terug tot op het lokale wolwerk in de middeleeuwen.

Aan het begin van de 19de eeuw ontpopte zich Tilburg, tot dan een agglomeraat van enkele dorpskernen, omgeven door akkerland en onderling verbonden door primitieve, ongeplaveide landwegen, langzaam maar zeker tot een centrum van nijverheid, ,,van heidorp totindustriestad". De metamorfose voltrok zich langzaam, maar zeker, nadat in de Franse bezettingstijd koning Lodewijk Napoleon het dorp tot stad had verheven (1809). De nieuwe stad telde toen 9.465 inwoners. Haar bevolking groeide traag. In 1830 telde zij 11.726 zielen, in 1914: 55.000, in 1930: 80.000, in 1941 werd echter al het getal van 100.000 bereikt, in 1953 dat van 125.700.

Tilburg heeft in bijzondere relatie gestaan tot koning Willem II, die er tijdens de Tiendaagse Veldtocht, welke hij als kroonprins leidde, zijn hoofdkwartier had. Hij liet er als korting een paleis bouwen, heeft zich zeer ingezet voor de industriële en agrarische ontwikkeling van de stad. Hij overleed er 17 maart 1849.

In de Tweede Wereldoorlog is Tilburg twee maal frontstad geweest. De Duitse troepen passeerden haar op weg naar Rotterdam en Parijs, de Geallieerden concentreerden zich op de stad om de haven van Antwerpen te bereiken. Tenminste 400 van de 100.000 burgers lieten hun leven. De bevrijding kwam op 27 oktober 1944 door de Schotten, gevolgd door de intocht van militairen van de Prinses Irene Brigade onder commando van lt. kol. A. C. de Ruyter van Steveninck en van de 15de Schotse Divisie onder bevel van generaal Barber.

Oorlogsmonumenten herinneren aan die gebeurtenissen. In de kapel van Onze Lieve Vrouwe ter Nood ligt een herinneringsalbum met de namen van de oorlogsslachtoffers.

Industrie: Tilburg is een van de grotere industrie centra van ons land, de textielindustrie was lang de voornaamste tak van bedrijf wat betreft wollen stoffen, kamgarens, dekens e.d. Ook op het gebied van de elektrotechniek, de schoenen- en de confectie-industrie is de stad een belangrijk economisch centrum. De Nederlandse Spoorwegen hebben hier hun centrale werkplaats gevestigd, welke hier al sinds 1877 functioneert. In de volksmond heet de werkplaats „de Atelier”. Metaalindustrie, grafische industrie e.a. hebben de textielfabrieken en de confectiefabrieken met de chemische wasserijen en ververijen steeds de voorrang moeten laten. Dat geldt ook voor de andere takken van industrie.

Medio 1986 bedroeg in de sector nijverheid het aantal bedrijven en ondernemingen (exclusief de bedrijfsklasse land- en tuinbouw) 730, met een aantal werkzame personen van 16.245 (13.780 mannen en 2.465 vrouwen). De tertiaire sector telde 4.370 vestigingen met 39.652 werknemers (23.129 m. en 16.523 vr.). Het werkloosheidscijfer stond op 7.779 m. en 4.343 vr.

Na de Tweede Wereldoorlog heeft Tilburg zich sterk uitgebreid. Aanvankelijk vond nieuwbouw plaats op open terreinen in het oude gedeelte van de stad, in de jaren vijftig werd overgegaan tot het creëren van nieuwe wijken, eerst in het westen (Het Zant, de Reit, Het Wandelbos. In de zestiger jaren werd in het noorden gebouwd; Stokhasselt, Heikant en Quirijnstok.

Het centrum van de gemeente werd ingrijpend veranderd, tientallen miljoenen guldens (1972) werden aan de reconstructie besteed. De verkeerssituatie vroeg om een radicale ingreep, teneinde de tweedeling van de stad, veroorzaakt door de spoorbaan, te niet te doen. De baan werd verhoogd, om het stadscentrum werd een cityring gelegd, de verkrotte woonbuurt Koningswei werd gesaneerd en van gedaante verwisseld in een randbebouwing van winkels, kantoren en flats, het huidige Koningsplein. In het noord-westen werd het plan Reeshof verwezenlijkt.

Cultureel leven: De moderne Stadsschouwburg uit 1961 biedt opvoeringen van toneel, ballet, opera, concert, cabaret enz. De grote zaal kan 900 bezoekers bevatten. Onder de toneelzaal ligt een klein studiotheater. Uitvloeisel van het Brabants Conservatorium is een florerend muziekleven, in klassieke en moderne toonaarden.

Op museaal gebied kent de stad het Ned. Textielmuseum plus Textielhistorische Bibliotheek, in het Natuurhistorisch Museum zijn regelmatig tentoonstellingen; het Ned. Volkenkundig Museum herbergt belangrijke verzamelingen op het gebied van de culturen van Azië, Afrika, Zuid-Amerika en Oceanië (in 1987 door bezuinigingen gesloten). Daarnaast is er het Scryption, museum voor schrift en kantoortechniek.

Sport en recreatie: De voetbalclub Willem II heeft haar veld en onderkomen in het gemeentelijke stadion. In de stadssporthal kunnen de andere sportverenigingen terecht, het Sportcentrum „Drieburcht” kent velden, een sporthal en een zwembad. De stad bezit een overdekt en een openluchtzwembad, een overdekte kunstijsbaan en het natuurbad „Baksche Ven”. Landelijk is zeker bekend het recreatieoord ,,De Beekse Bergen” met safaripark alsmede ,,De Efteling” te Kaatsheuvel, 10 km ten noorden van de stad.

Onderwijs: Katholieke Universiteit Brabant met zeven faculteiten en bijzondere leerstoelen. De theologische faculteit gaat uit van een afzonderlijke stichting; Hogeschool van de Katholieke Leergangen Tilburg; Brabants Conservatorium; Academie van Bouwkunst; PABO’s; Möller Instituut; NGLOB-lerarenopleiding Zuid-Nederland; Middelbaar Beroepsonderwijs; Scholengemeenschappen voor V.W.O., HAVO, MEAO; Lager beroepsonderwijs; Basisonderwijs en speciaal onderwijs. Ook particuliere instituten, zoals Instituut Schoevers.

Kerken enz.: Zeventig R.K. kerken, kloosters en kapellen. Hervormde gemeente; Gereformeerde Kerk; Gereformeerde Kerk (Vrijgemaakt); Evangelische Baptistengemeente; Israëlische gemeente; Liberaal Joodse gemeente; Jehova’s Getuigen Zaal; Moluks Evangelische Kerk; Nieuwe Apostolische Kerk; Pinkstergemeente; Turkse moskee en Marokkaanse moskee.

Bezienswaardigheden-, Hasseltse Kapel, I5de-eeuws gotisch bouwwerk; toren van de R.K. kerk van het Heike daterend uit de 15de eeuw, gerestaureerd en ontmanteld 1895; kopie geboortehuis van Petrus Donders, „apostel der melaatsen”, zalig verklaard in 1982, standbeeld in het Wilhelminapark; Paleis Raadhuis, oorspronkelijk paleis van koning Willem II, met glas-in-lood ramen van Joep Nicolaas; standbeeld van Willem II op het Heuvelplein; oude lindeboom (700 jaar) op de Heuvel; monument voor mgr Joannes Zwijsen, eerste aartsbisschop na herstel der hiërarchie, bij Heikese kerk. Tot de monumenten behoren o.m. het Mommerscomplex, fabrikantenwoningen en wevershuisjes, de 17de eeuwse Tongerlose Hoef, Heuvelse kerk (1873), Kasteelhoeve (16de eeuw), Trappistenabdij (19de eeuw), pastorie Heike.

Gezondheidszorg: Tilburg kent twee ziekenhuizen, het St. Elizabeth-ziekenhuis en het Maria-ziekenhuis, daarnaast een centrum voor revalidatie van jongeren, Charlotte-oord; het radiotherapeutisch instituut dr B. Verbeeten, psychiatrisch centrum Jan Wier, Daniël de Brouwerstichting, terwijl in Tilburg ook de Provinciale Noord-Brabantse Kruisvereniging is gevestigd.

Kloosters: In Tilburg gevestigd: generaal bestuur van de Fraters van Tilburg, met nog zeven fraterhuizen, provincialaat Broeders van Liefde, provincialaat missionarissen van het H. Hart MSC, Broeders Penitenten, Effetagemeenschap, Oblaten van Franciscus van Sales, Paters Assumptionisten, Minderbroeders Capucijnen, Paters Missionarissen van Mill-Hill, paters Norbertijnen, St Maarten Communiteit (Benedictijnen), Trappistenabdij, provinciaal huis Dochters van O.L. Vrouw van het H. Hart, Missiezusters Dienaressen van de H. Geest, Zusters Clarissen, zusters Dominicanessen, zusters Franciscanessen van Oirschot, zusters Franciscanessen van de H. Josef van Mill Hill, zusters der orde van O.L.

Vrouw Visitatie, Zusters van J.M.J., Zusters van Liefde met 15 vestigingen. Zusters van Schijndel, zusters van de H. Vincentius, Zusters van het Cenakel.

Bronnen: Reisboek voor N.B. van de Prov. V.V.V. 1956; dr W. Huygens „Tilburg in de serie Levende steden”; Suurlands gemeentegids Tilburg ’85/’86; „Tilburg van a tot z” 1986/’87; Wegener Speciale Uitgaven; „Van Heidorp tot industriestad” (Tilburg 1955), „Frans Janse Tilburg 1940-1945” (Tilburg 1984).