Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

BERGEN OP ZOOM

betekenis & definitie

De gemeente Bergen op Zoom omvat de stad Bergen op Zoom en de dorpen Nieuw-Borgvliet en Noordgeest.

Bergen op Zoom grenst ten noorden aan Halsteren, ten oosten aan Wouw, ten zuiden aan Huijbergen en Woensdrecht, in het westen aan de Ooster-Schelde.

Bergen op Zoom telt 45.052 inwoners (1982) en is 4719 ha groot.

Wapen: 1817, een rood schild beladen met drie zilveren schuinkruisen en in de schildvoet een groene drietoppige berg. Verder een kroon van goud en als schildhouders twee wildemannen, gewapend met knotsen en bekranst en omgord met lover. (1817)

De naam Bergen op Zoom, eerder ook, Berghen op ten Zoom, duidt op de bodem waarop de stad is gesticht. Met de zoom wordt bedoeld de hoge rand waarop de stad ligt tussen het moerassig gebied en de nog lagere slikken van de Schelde.

Overlevering brengt de oudste geschiedenis van Bergen op Zoom in verband met de geloofsprediking in de 7e eeuw door Sint-Amandus die hier een kapel gesticht zou hebben ter ere van de H. Gertrudis, dochter van Pepijn van Nijvel. Meer waarschijnlijk is dat Bergen op Zoom begin 13e eeuw is ontstaan om de drie kernen: de woning van de heer, het latere Markiezenhof met daaromheen bouwland, de Grote Markt als handelscentrum en de haven waar vooral de laken- en aardewerknijverheid zich concentreerden. De ontwikkeling van de nederzetting is vermoedelijk ook bevorderd door de stichting van een kerk voor inwoners van Bergen en die van Borgvliet en Noord- en Zuidgeest. In 1232 bezat Boudewijn van Bergen land bij de Zoom, voorbij Wouw. De eerste twee kernen werden circa 1330 ommuurd binnen een vesting waarvan de bewaard gebleven Lievevrouwepoort de westelijke toegang vormde.

Op het einde van de vijftiende eeuw werd ook het havenkwartier in de omwalling opgenomen. Hierdoor verloor de Lievevrouwepoort haar functie als stadspoort en werd gevangenis.

De nederzetting kreeg tussen 1246 en 1260 stadsrechter en behoorde toe aan de heren van Breda. Hertog Jan I van Brabant bepaalde in 1287 dat op verzoek van de toenmalige heer van Breda, Arnold van Leuven, wiens huwelijk kinderloos was gebleven, dat het land van Breda zou worden gedeeld. Daarbij kreeg Gerard van Wesemale als eerste heer van Bergen het land waarvan Bergen op Zoom het middelpunt was. Aan Raso van Gaveren werd Breda toegewezen. De heerlijkheid Bergen op Zoom werd in 1533 door Karei V tot markizaat verheven.

Door de ligging aan de Schelde ontwikkelde Bergen op Zoom zich tot een Europese stad.

Schippers-kooplieden bevoeren in de 13e en 14e eeuw de Schelde in westelijke richting cn de toen nog bestaande zijtak van de Schelde, de Striene in noordelijke richting, zodat zij contact hadden met Holland, Gelderland en Rijnland. Bier. laken. zout. aardewerk en turf waren de belangrijkste produkten. Omgekeerd kwamen kooplui uit Holland en Friesland in Bergen, waar ze hun eigen handelsplaats hadden. Kooplieden uit Antwerpen bezaten een eigen lakenhal in de Hoogstraat. Handelaren uit Neurenberg bezaten vóór 1435 een eigen pand op de Markt. Tot de oudste bezoekers van de jaarmarkt in Bergen op Zoom, de Paasmarkt en de Koude Markt in november, behoorden ook de Engelsen.

Tot het toppunt van haar glorie en welvaart komt de Scheldestad onder het bestuur van Jan II van Glymes, bijgenaamd Jan metten lippen (1417-1494). Die bloei uitte zich onder meer door groots opgezette uitbreidingen van de St.-Gertrudiskerk. Rond 1540 werd Bergen echter door Antwerpen overvleugeld. De Republiek besloot de stad tot grensvesting te maken waardoor haar natuurlijke ontplooiing werd afgeremd. Wat er nog aan welvaart overbleef, werd weggevaagd door het geweld van de Tachtigjarige Oorlog. De stad had ernstig te lijden van de langdurige belegeringen, zoals die in 1588 door de troepen van Parma.

Dat de stad een sterke veste was, bleek ook in 1622. Na de vergeefse aanval van de troepen van de Spanjaard Spinola, dichtte Adriaen Valerius het vrijheidslied ..Merck toch hoe sterck”. '

Pas in 1747 werd de stad voor het eerst, ondanks de rond 1700 door Menno van Coehoorn aangelegde fortificaties, waarvan het ravelijn Op den Zoom bewaard is gebleven, met succes belegerd en met groot geweld ingenomen door de Franse troepen onder leiding van graaf Löwenthal. De verdwijning van het zuidoostelijke stadsdeel en de verwoesting van de St.Gertrudiskerk en de Lakenhal waren het gevolg.

Toen Bergen op Zoom in 1795 voor de tweede maal moest capituleren, werd het markizaat opgeheven. In 1867 werd begonnen met de ontmanteling van de vesting Bergen op Zoom, gevolgd door de aanleg van nieuwe straten en uitvalswegen. Daarna kon de stad zich verder ontwikkelen. Kenmerkend voor de nu volgende stadsuitbreidingen was de aanleg van singels die het ronde tracé van de oude binnenstad volgden. De grondvorm van de stad wijkt van die van de meeste vestingsteden af, doordat de stervorm aan de westelijke kant niet gesloten was, maar overging in de ommuring van de haven. Hier werden in 1628 op last van Frederik Hendrik drie forten in de driehoek Bergen op Zoom, Steenbergen en Tholen gebouwd.

Een van deze drie forten, het fort De Roovere, ten westen van Halsteren, bestaat nog. Na de Tweede Wereldoorlog werd de stadsuitbreiding krachtig ter hand genomen.

Rond 1850 hadden slechts honderd mensen een bestaan in de grootschalige nijverheid. Er waren bedrijven voor de fabricage van potten, pennen en er was de ijzergieterij van Asselbergs. Toen de stad in 1863 op het spoorwegnet werd aangesloten, werd de eerste suikerfabriek geopend.

In 1899 werd een grote spiritusfabriek gebouwd, korte tijd later gevolgd door een potasraffinaderij. Nieuwe impulsen door opening van de Theodorushaven in 1964; aanleg van industriegebied Noordland en De Poort. Tot de belangrijkste industriële bedrijven behoren thans die op het gebied van voedingsmiddelen, tabaksprodukten, kunststoffen en metaal (1982).

Van de middeleeuwse verdedigingswerken is alleen de Lievevrouwepoort bewaard gebleven. De twee ronde torens, aan de buitenzijde door een weergang verbonden, dateren uit de eerste helft van de 14e eeuw. In de 16e eeuw werd het poortgebouw aan de stadszijde verlengd met een bovenbouw met arkeltorentjes. Nadat het poortgebouw einde 15e eeuw door stadsuitleg zijn eigenlijke functie verloren had, deed het tot in de 20e eeuw dienst als gevangenis.

Het andere overgebleven verdedigingswerk is het ravelijn met omgrachting Op den Zoom, restant van de vestingwerken van Menno van Coehoorn uit het begin van de 18e eeuw. Monumenten: het Markiezenhof is het.laat-gotische, voormalige paleis van de heren, sinds 1533 markiezen van Bergen. Het heeft dienst gedaan als militair hospitaal voor de Franse legers en van 1818 tot 1957 als kazerne. In 1963 begon na aankoop door de gemeente de grondige restauratie van wat nu het Bergense culturele centrum is met daarin onder meer het gemeentemuseum.

Het Markiezenhof is een om twee binnenplaatsen gelegen complex met achterplein. Het asymmetrische adellijke verblijf, bestemd voor Jan II van Glymes, werd tussen 1485 en 1532 gebouwd. Het is een creatie van Anthonis Keldermans uit Mechelen die vanaf 1495 leiding van de bouw had. In het oudste gedeelte, om een binnenplaats gelegen, bevindt zich de in 1485 begonnen ridderzaal. Aan de achterzijde van dit gedeelte is in 1711 een gewijzigde, Franse gevel aangebracht. Vermeldenswaard in het interieur is de 16e-eeuwse in arduin gebeeldhouwde schouw (1519-1523) van de hand van Rombout Keldermans.

Het Stadhuis is in oorsprong het 15e-eeuwse raadhuis, dat in 1480 met het huis Leeuwenborch aan de oostzijde en in 1516 met het huis De Olifant werd uitgebreid. Het laatste werd over het Sint-Annastraatje heen gebouwd dat met een gotische poort op de Markt uitkomt. Het raadhuis en het huis Leeuwenborch werden in 1611 achter een natuurstenen gevel samengevoegd. Het geheel werd van 1930 tot 1938 gerestaureerd. In de gevelbeelden van Voorzichtigheid en Rechtvaardigheid en een kleiner in het poortgebouw van Sint-Geertrui, patrones van de stad. Tegen de achtergevel, in 1619 gebouwd, een traptoren uit circa 1500 op een binnenplaats.

Voorhal met laat-gotische schouw en balkenzoldering uit eind 15e eeuw. In de markiezenzaal geschilderde portretten van opeenvolgende heren van Bergen. Een gesneden trap uit 1619 voert naar een verdieping met o.a. de raadzaal met 17e-eeuwse schouw en wandkastje en met stucwerk uit 1753.

De Sint-Geertruidskerk of Grote Kerk is een oorspronkelijk grootscheepse, geheel overwelfde kruisbasiliek, in stijl behorend tot de Brabantse gotiek. In 1972 brandde de kerk behoudens de toren en een klein deel van het tweede transept uit, waarbij de hele bovenbouw van het schip instortte. Kerkmeubilair en orgel gingen daarbij verloren. Het oudste gedeelte van de kerk is het koor, met de bouw waarvan begonnen werd in 1443 naar ontwerpen van Everard Spoorwater, stadsbouwmeester van Antwerpen. In 1476 nam Anthonis Keldermans de leiding over de bouw van hem over.

Door de zware beschietingen van 1747 werd het kerkgebouw ernstig beschadigd. Bij de wederopbouw van 1752 bleef het grondplan praktisch onveranderd: een driebeukig schip met zijkapellen, transept, koor met kooromgang en zijkapellen, een tweede transept en een toren.

In 1489 had Anthonis Keldermans de plannen gereed voor het vervangen van de kerk, met de uitvoering waarvan in 1504 werd begonnen. In 1518 werd een loterij gehouden om gelden voor de bouw te verwerven. In 1527 werd aan Rombout Keldermans de verdere bouw opgedragen. Tegen de koorsluiting werd een tweede transept met zijbeuken en een koor opgetrokken, een werk dat niet voltooid werd. Rond 1700 werd het vrijwel geheel afgebroken. De sobere, midden-14e-eeuwse toren, in 1952 gerestaureerd, is nimmer voltooid.

De houten achtkante koepel, bekroond door een kleiner koepeltje van na 1752, heeft de bijnaam „Peperbus”. Bij de brand van 1972 bleven gespaard, hoewel ernstig beschadigd: de grafmonumenten uit de 16e en 17e eeuw, alsook de grafzerken in het koor eveneens uit de 16e en 17e eeuw.

Van de gebouwen met militaire bestemming die na het rampjaar 1747 werden opgericht, zijn behouden de Militaire Provoost uit 1783 het Groot Arsenaal uit 1764 en het Hospitaal het voormalige paleis der gouverneurs der stad uit 1771.

Op een deel van het oude vestingstelsel werd een eeuw geleden door de Leuvense tuinarchitect Rosseels een stadspark aangelegd, nu genaamd Anton van Duinkerkenpark. Lievevrouwepoort (gevangenpoort). Dit overblijfsel van de oude ommuring van de stad dateert uit de eerste helft van de veertiende eeuw en is daarmee het oudste gebouw in Bergen op Zoom. Als extra verdediging bevond zich aanvankelijk ook nog een voorwerk aan de westzijde en een brug over de stadsgracht. De toren, tevens doorgang in de stadsmuur, bestond in eerste aanleg uit een vierkante poorttoren, geflankeerd door twee zware ronde torens in gobertangesteen. Toen de stad ging uitbreiden verloor het monumentale gebouw eind 15e eeuw zijn oorspronkelijke funktie.

Tot de 20e eeuw bleef zij in gebruik als gevangenis. Grote Kerk of St. Geertruidskerk. Tot het einde van de 15e eeuw onderging de oorspronkelijk eenvoudige kerk gestage uitbreidingen. Zo ontstond in 1443 het koor naar plannen van Everaart Spoorwater. De groeiende welvaart van Bergen op Zoom vond zijn weerklank in de plannen van diens opvolger Anthonis Keldermans (zie: Keldermans).

In 1504 werd begonnen met de bouw van wat uiteindelijk een grote, geheel overwelfde en met natuursteen beklede kruisbasiliek moest worden. Door geldgebrek vorderde het werk slechts langzaam. Vanaf 1527 bouwt Rombout Keldermans verder aan het koor en een tweede dwarsbeuk. Niet alleen het ontbreken van de financiële middelen maar vooral de godsdienstoorlogen waren er de oorzaak van dat met de bouw werd gestopt. In 1580 werd de kerk geplunderd, wat nog te zien is aan de gehavende grafmonumenten. Enkele jaren later werd de kerk door de protestanten in gebruik genomen.

Geleidelijk aan raakte het nieuwe gedeelte in verval. Dit leidde in 1700 tot afbraak. Nadat de kerk in 1747 door beschieting met daaropvolgende brand door de Fransen verder werd verwoest, werd hij in de jaren erna zeer eenvoudig herbouwd. Het plan, een kerk in gotische stijl, bleef gehandhaafd. In de opbouw gingen de lichtbeuk van schip, dwarsbeuk en koor verloren. De kerk kreeg houten gewelven.

De veertiende eeuwse toren kreeg toen ook de typische bekroning: een achtkantige koepel bekroond door een kleiner koepeltje, die hem de naam „peperbus ’ zou bezorgen in de volksmond. Tijdens werkzaamheden in 1972 ontstond brand en de kerk werd op de toren en een klein gedeelte van de tweede dwarsbeuk na, in de as gelegd. Sindsdien is de restauratie weer ter hand genomen.

Grafmonumenten. Van de kostbare inventaris die de kerk heeft bezeten, restten nog slechts een aantal zeer geschonden grafmonumenten die voornamelijk in marmer zijn uitgevoerd. Zij herinneren aan bekende families uit het Bergen op Zoom van eeuwen geleden: Reymerswaele (16e eeuw), Glymes (16e eeuw),'Tuyll van Serooskerken (16e eeuw). In het koor zijn mooie grafzerken uit de 16e en 17e eeuw bewaard gebleven. Een prachtig orgel uit 1770 werd eveneens door de brand verwoest.

Molen: in Nieuw-Borgvliet ronde stenen bergkorenmolen De Twee Vrienden, uit 1890. Waterstaatskerk, RK Kerk O.L.Vrouw Hemelvaart uit 1827-’29, hallekerk met ionische zuilen, tongewelf op middenschip, graatgewelven op zijbeuken. Torentje op voorgevel uit 1846. Preekstoel en biechtstoel uit 18e eeuw, afkomstig uit Antwerpen.

Diverse monumentale woonhuizen, zoals „In de Arcke Noe” (17e eeuw), O.L.Vrouwestraat 41 (1465), gotisch huis Grote Markt 5 (ca 1430), Empire-woningen Hoogstraat en Zuivelplein. Zie ook: Markiezenhof.

De vestingstad heeft voor de recreatie de aantrekkelijke combinatie van water in de Oosterschelde en een bosrijke omgeving. Langs de spoorbaan naar Roosendaal liggen de gemeentebossen De Heide (51 ha) en het vennencomplex De Zanderijen. Zuidelijk van de stad bevindt zich het gebied van de Gemeentelijke Bossen (164 ha) en de Li vensberg, 127 ha naalden loofhout, heide en zandverstuivingen. Bekende personen: Bergen op Zoom is de geboorteplaats van de componist Jacob Obrecht (1452-1505). In Bergen op Zoom woonde gedurende enkele eeuwen het geslacht Van Glymes dat veel voor de ontwikkeling van de stad heeft gedaan. Jan II van Glymes (1417-1494) liet het Markiezenhof bouwen. Anton van Glymes (1500-1541) was de eerste markies van Bergen.

De heraldicus Thomas de Ronck, in 1592 in Bergen op Zoom geboren, was onder meer burgemeester van de stad en schrijver. Hij publiceerde het eerste handboek over wapenkunde in de Nederlandse taal „Nederlandtschen Herauld”, 1645.

Marcus Zuerius Boxhorn, in 1612 in Bergen geboren, was historicus. Hij schreef meer dan zestig boeken. In 1633 hoogleraar in Leiden. Onder de beeldende kunstenaars in Bergen op Zoom geboren is te noemen Thomas Bosschaert (1613-1654), leerling van Gerard Seghers. Bergen op Zoom is ook de geboortestad van de literator en latere hoogleraar in de literatuurgeschiedenis in Nijmegen, Anton van Duinkerken (1903-1969), pseudoniem van W. J.

M. A. Asselbergs.

Vestingwerken: De verdedigingswerken in de Middeleeuwen van Bergen op Zoom bleven lang beperkt tot de cirkelvormige ommuring van de stad, die in de 14e eeuw was aangelegd.

Daarnaast was er nog een omwalling van het Havenkwartier uit de periode 1484-1508. Bergen op Zoom kreeg als stadspoorten: de Wouwsepoort in 1358, de Steenbergsepoort in 1359, de nog bestaande Lievevrouwepoort in 1400 en de Bospoort in 1403. In 1482 werden de muren bij de Verloren Costpoort en bij de Noordmolen opgemetseld.

Omstreeks 1491 werd een zwaar vestingwerk, de zogenaamde Helle, gebouwd; dit werd in 1491 de toren en in 1501 het bolwerk genoemd. In 1563 wordt nog een andere poort genoemd, de St. Jacobspoort. De stad werd beschermd door grachten, stadsmuren met poorten en torens. Het enige vestingwerk, dat bewaard is gebleven, is de Lievevrouwepoort, die aan beide kanten op de stadsmuur aansloot. De hoofdpoort is een rechthoekige poorttoren, in de 15e eeuw grotendeels vernieuwd, geflankeerd door twee zware ronde torens uit het begin van de 14e eeuw. Vermoedelijk werd op het einde van de 15e eeuw aan de stadszijde boven de doorgang een woning met trapgevels, voorzien van twee arkeltorentjes, gebouwd.

Tussen 1588 en 1622 kwamen ravelijnen, bolwerken en verschillende buitenwerken gereed. De aanleg van de linie naar Steenbergen in 1628-1629 betekende een grote verbetering voor het noorderfront. De zuidzijde werd versterkt bij Kijk in de Pot, de Bospoort en de Wouwsepoort met versterkte torens.

In het begin van de 17e eeuw kwamen er nieuwe bolwerken bij: Watermolenbolwerk, Beckaff en Boerenverdriet.

In 1698 werd een begin gemaakt met de aanleg van nieuwe vestingwerken door Menno van Coehoorn, en de verbetering van de bestaande bolwerken en drie forten. Zijn werk werd herhaaldelijk gezien als een meesterstuk. Omstreeks het midden van de 19e eeuw werden verschillende lunetten afgebroken, terwijl ook besloten werd de forten te verkopen. In 1868 werd een begin gemaakt met de slechting van de vesting. De ontmanteling van Bergen op Zoom was eind 1886 voltooid.

Van de Middeleeuwse vesting is de Lievevrouwepoort of de Gevangenpoort nog over; van de 17e-eeuwse vesting delen van de Waterschans en van de vesting van Menno van Coehoorn het ravelijn op de Zoom en een overblijfsel van de Smitsvest.

De stad Bergen op Zoom staat bekend om haar uitbundige viering van het carnavalsfeest. Nadere gegevens over Bergen op Zoom:

De gemeente Bergen op Zoom is aangesloten bij het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant te Roosendaal.

Overheidsinstellingen e.d.: gemeentehuis, Grote Markt; gemeentemuseum Markiezenhof, Steenbergsestraat; Sport en Openluchtrecreatie, Lievevrouwestraat; Geneeskundige en Gezondheidsdienst, Grote Markt 14; gemeentepolitie-bureau, Wassenaarstraat 61; Gewestelijk Arbeidsbureau, St.Josephstraat 65; Kantongerecht, Stationsstraat; hoofdpostkantoor, Jacob Obrechtlaan 2; Telefoondienst, Van Konijnenburgweg 23.

Nutsbedrijven: Gas, water, elektriciteit, Zuidzijde Haven 55;

NS-station, Stationsplein 1; haven met capaciteit tot 2000 brt. Verbinding met Rotterdam en Antwerpen via Schelde-Rijnkanaal.

Onderwijs: diverse kleuterscholen, basisscholen, middelbare scholen met MAVO, HAVO, Atheneum, gymnasia, algemeen vormend en technisch onderwijs, muziek- en balletschool. Ziekenhuis: Lievensberg.

Bergen op Zoom, houdt u vroom...,lied van de stad Bergen op Zoom uit het ,,Merck toch hoe sterck,” van Valerius.

Bron: K. Slootmans: Bergen op Zoom een stad als een huis, 1974; W. A. van Ham: Merck toch hoe sterck, 1982; Kunstreisboek van Nederland; Gemeente Bergen op Zoom; W. van Leeuwen: Langs de oude Brabantse Kerken, 1974; brochures van de gemeente Bergen op Zoom.