Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

HELVOIRT

betekenis & definitie

gemeente in Noord-Brabant tussen ’s-Hertogenbosch en Tilburg, omvattende het dorp Helvoirt en een achttal buurtschappen en gehuchten, w.o. Cromvoirt, Distelberg, Gijzel, Hoef ten Halve, Laar, Raam en Voort.

Helvoirt telt 4440 inwoners (1984) en is 2647 ha groot. Ze maakt deel uit van het stadsgewest ’s-Hertogenbosch en grenst aan de gemeenten Vlijmen, Vught, Haaren, Udenhout en Drunen.Wapen: Zijnde van lazuur, beladen met een kruisstreep en gekantonneerd met vier klimmende leeuwen, allen van goud. Het schild rustende tegen St. Nicolaas van goud (1817). Dit wapen kwam reeds voor op oude schepenzegels van Helvoirt. St. Nicolaas is vanouds de patroon van het dorp, waarvan het eerste bedehuis in 1192 wordt genoemd. De heilige is afgebeeld zonder baard.

Geschiedenis: Helvoirt was reeds vroeg een eigen heerlijkheid, een vrij erfgoed, dat in de 12de eeuw in het bezit was van de heren van de Vrijheid Tilburg. In 1192 werd Helvoirt, dat onder de parochie Oost-Tilburg resoneerde, waartoe ook Oisterwijk, Berkel-Enschot en Udenhout behoorden, aangeduid als een allodium, een vrij, eigen erfgoed van de heer van Tilburg, die in die tijd een hoge positie in het hertogdom Brabant innam. In de 12de eeuw waren de hertogen van Brabant leenmannen van het Frankische rijk, maar al min of meer zelfstandig. Er waren toen echter ook verschillende kleinere heren, die vrij grote bezittingen en vrij veel macht bezaten, o.a. de heren van Tilburg. Het gebied was belangrijk groter dan de tegenwoordige stad Tilburg alleen. In 1167 was de heer van Tilburg, die ook het allodium Helvoirt bezat, een der vrije edelen en onder het gevolg van de hertog van Lotharingen.

Het was Giselbertus van Tilburch, die ook als getuige optrad voor de Brabantse hertog. Deze heer was gehuwd met Alaysa. Hun zoon bestemde samen met zijn moeder een derde van de tienden in Helvoirt voor het onderhoud van de priester, die de in Helvoirt te stichten kapel zou moeten bedienen. Na hem kreeg Giselbert III Helvoirt in bezit. Zijn zoon, Giselbert IV, genoemd tussen 1212 en 1247 als ridder, vazal en leenman van de hertog, droeg zijn vrijheid en zijn erfgoed Helvoirt uiteindelijk op aan de Brabantse hertog. Reeds voor 1213 was deze geheel of gedeeltelijk grondheer van Oost-Tilburg, waartoe ook Helvoirt behoorde.

Vermoedelijk deed Giselbert dit, omdat zijn tante Beatrix daarvan reeds een gedeelte had verkocht. De heer van Tilburg kreeg de heerlijkheid daarna weer in leen terug. Hij verkocht in 1244 de tiend in Oost-Tilburg aan de abdij van St. Geertrui te Leuven. Na de dood van Giselbert en van Wouter van Tilburg, die de heerlijkheid vermoedelijk na hem nog heeft bestuurd, werd de Vrijheid Tilburg met het vrije erfgoed Helvoirt, bij de hertogelijke domeinen gevoegd; dat gebeurde tussen 1260 en 1329.

In de 13de eeuw was er reeds sprake van een mansus Zwensberch, waarschijnlijk een versterkte hoeve, waarvan het tegenwoordige kasteel Zwijnsbergen de voortzetting zou kunnen zijn. Eerst in 1559 zou dat het middelpunt worden van de heerlijkheid Helvoirt, waarvan Hendrik Bloeyman de pandheer werd. Deze was meermalen president van de stad ’s-Hertogenbosch. De heerlijkheid had hoge, middelbare en lage jurisdictie. Hij was ook afgevaardigde in de Staten van Brabant te Brussel. De heerlijkheid kwam later in handen van de jonkheren van Grevenbroeck.

Nadat de heerlijke rechten vervallen waren verklaard werd het kasteel bezit van mr. M. de Jonge. Dat was in 1820. Vijf jlater werd hij in de adelstand verheven. Hij voegde toen de naam „van Zwijnsbergen” aan De Jonge toe. Hij was eerst schout, later de eerste burgemeester van Helvoirt.

In 1914 werd het Helvoirtse kasteel gekocht door mr. F. van Lanschot, burgemeester van ’s-Hertogenbosch.

Kerken: In 1192 bestond er een plan om in Helvoirt een kapel te bouwen, toegewijd aan de H. Nicolaas. In 1231 kwam het patronaat van de kerk van Helvoirt, evenals dat van Oisterwijk aan de adellijke abdij van St. Geertrui uit Leuven. Omstreeks 1470 kreeg Helvoirt een nieuwe kerk. In de generaliteitsperiode moesten de katholieken ook hier het gebouw afstaan.

In Helvoirt werd een dominee beroepen. De abdij werd verplicht voor hem een woning te bouwen. Helvoirt kreeg na 1795 een schuurkerk, die in 1840 werd vervangen door een waterstaatskerk. In 1902 werd een nieuwe katholieke kerk gebouwd.

Het oude kerkje bleef in gebruik bij de protestanten, maar diende later ook voor culturele doeleinden. De toren werd eigendom van de gemeente. Het eikenhouten oxaal uit de oude kerk is door ds. Van Gogh, de vader van Vincent die van 1871 tot 1875 in Helvoirt predikant was, verkocht aan jhr. Van den Bogaerde van Terbrugge van kasteel Nemerlaer te Haaren. Het bevindt zich thans in het Rijksmuseum te Amsterdam.

Het gemeentehuis van Helvoirt stamt uit 1792. Voordien werden de vergaderingen gehouden in de uitspanningen en in het priesterkoor van de oude kerk, wat nog in 1750 het geval was. Bevolking: Helvoirt is vanoudsher een agrarische gemeente. In 1815 wordt in het verslag van de gemeente vermeld, dat de inwoners allen schoenmakers, boeren en dagloners zijn. In die tijd kende Helvoirt vier leerlooierijen en twintig schoenmakerijen. Thans is het vooral de landbouw en de boomteelt, naast enige industrie, zoals een kruiwagenfabriek.

Monumenten: Oude kerk uit de 15de eeuw; raadhuis uit 1792; verschillende woonhuizen uit de 17de en 18de eeuw, diverse boerderijen; kasteel Zwijnsbergen, 16de en 17de eeuws. Neogotische r.k. kerk uit 1902-03. Helvoirt heeft een stuifzandgebied de Distelberg (72 ha) uitlopend in de Loonse en Drunense Duinen, het staatsnatuurreservaat Brokkenbroek (3 ha), landgoed Zwijnsbergen.

Overheidsinstellingen e.d.: gemeentehuis: Torenstraat 42; politiebureau: St. Nicolaasstraat 61-63; postkantoor: Vincent van Goghstraat 20.

Nutsbedrijven: gas: Intergas, Warandalaan 2, Oosterhout; water: Waterleidingbedrijf Oost-Brabant, Verwersstraat 64, ’s-Hertogenbosch; elektriciteit: PNEM, Willemsplein 2, ’s-Hertogenbosch.

Onderwijs: Helvoirt heeft een peuterspeelzaal en een school voor basisonderwijs. Sportaccommodaties: er is een sportpark en sportzaal.

Bron: Anton van Oirschot, Drie Heerlijkheden aan de Lei, 1967.