Encyclopedie voor voeding

dr. ir. P. Schoorl (1938)

Gepubliceerd op 05-12-2022

Vitamine B1

betekenis & definitie

Vitamine B1 is een der leden van de vitamine B-groep. Het vitamine B1 of ook wel vitamine F is het anti-beri-beri- of antineuritisch vitamine. Vanwege zijn functie om de stofwisseling van het zenuwstelsel te regelen wordt het tegenwoordig aangeduid met den naam aneurine.

Het vitamine B1 neemt een bijzondere plaats in onder de vitaminen, omdat dit het eerste vitamine is, dat aangetoond werd. De Nederlanders Eykman en Grijns hebben deze ontdekking op hun naam staan. Deze

Weet wat ge eet 10 ontdekking geschiedde naar aanleiding van het onderzoek, dat werd ingesteld naar de oorzaak van het optreden van beri-beri in Ned. Indië. De indertijd genomen proeven werden met behulp van kippen uitgevoerd. Op een dieet, bestaande uit goed gepelde en gepolijste rijst en niets anders, bleek een ziektebeeld bij de kippen op te treden dat veel overeenkomst met de beriberi had. Werd ongepelde rijst gegeven, dan trad de ziekte niet op. Hierdoor viel de aandacht op het zilvervliesje van de rijst, dat bij het pellen verwijderd wordt. Bij nader onderzoek bleek inderdaad dit zilvervliesje een geneeskrachtige werking te hebben voor beri-beri. Later vond men ook andere producten met een zelfde werking, bv. gist. De ontdekking van vitamine Bj geschiedde omstreeks 1890, terwijl het nog maar betrekkelijk kort geleden is dat men de zuivere stof aneurine heeft weten te isoleeren.

Vitamine B1-gebrek uit zich op de meest uiteenloopende wijzen. Een van de eerste symptomen is gebrek aan eetlust en een minder goede vertering van het voedsel, terwijl vermoeidheid en verlaagde lichaamstemperatuur tevens spoedig optredende verschijnselen zijn. Bij de eigenlijke beri-beri, den ergsten vorm van vitamine B1-gebrek, treden waterzucht, spierdegeneratie, verlammingen, benauwdheden op, die spoedig tot den dood kunnen leiden. Vitamine B1 is verder noodzakelijk voor verbranding van de koolhydraten, terwijl tevens een normale zwangerschap en lactatie niet kunnen plaats hebben zonder voldoende vitamine B1.

Behalve in het zilvervliesje van de rijst en in gist komt vitamine B1 in de meeste groenten en vruchten voor, terwijl ook de granen goede bronnen zijn. Bloem echter is er arm aan, daar het vitamine B1 speciaal in de zemelen aanwezig is, die wel in bruinbrood en volkorenbrood maar niet in wittebrood voorkomen. Het is gebleken dat een lichte vorm van vitamine B1-gebrek meer voorkomt dan men wel vermoedde. Vooral bij vrouwen gedurende de zwangerschap en den zoogtijd heeft men dit waargenomen.

Producten als boter, spek, jus, olie, suiker, zetmeel, honing, bessen, komkommers, zuurkool, visch zijn arm aan vitamine B1. Daarentegen zijn bruinbrood, wortelen, noten, tomaten, bladgroenten en alle vruchten goede bronnen voor dit vitamine.

Het vitamine B1 is in zuur milieu zeer bestendig, ook bij temperatuursverhooging en in het licht. In alkalisch milieu gaat het echter spoedig ten gronde. Het lichaam kan slechts weinig vitamine B1 in reserve houden. De dagelijksche behoefte aan vitamine B1 bedraagt voor den mensch slechts 1 mg; voor het paard 3 mg; voor varkens 1 mg; kippen 0,1 mg. Melkvee maakt het vitamine B1 zelf. De chemische formule van het vitamine B1 is C12H17ON4SCl.HCl.