Lexicon van het bijgeloof

Walter Gerlach (2000)

Gepubliceerd op 11-11-2022

Dwaallicht

betekenis & definitie

Sinds de zestiende eeuw heeft het lichtverschijnsel in moeras en veen de natuurwetenschappen en het volksgeloof beziggehouden, en wel in geheel Europa (in het Engels will o’ the wisp, jack o’lantern, in het Frans feu

follet, in het Italiaans fuoco fatuo, cularsi, in het Nederlands dwaallicht, in het Zweeds irrhloss). Tegenwoordig wordt het licht in het woordenboek omschreven als: ‘Blauwachtig beweeglijk vlammetje boven moerassen en kerkhoven, ontstaan door langzame verbranding van moerasgas’

(Van Dale, Groot Woordenboek der Nederlandse Taal). Gedurende lange tijd was de lezing populair dat dwaallichtjes brandende zielen waren, en wel de zieltjes van ongedoopte, gestorven kinderen. Vriendelijk gezinde wandelaars worden door het dwaallicht voor verdwalen behoed - volgens verscheidene sagen en sprookjes. Ze ‘lichten op tegen een geringe vergoeding: een muntstuk, een boterham of wat melk, of voor een “God zal het u lonen”.’ Voor mensen die het wagen dwaallichten te plagen of te bespotten, geldt: ‘Sluit ze op, dien ze oorvijgen toe, steek hun huis in de fik! Ze willen ook niet dat er naar hen gewezen wordt of dat men ze nafluit. Wie met een stok naar een dwaallichtje slaat, die wordt zodanig met vuur in het gezicht gespuwd, dat de dood erop volgt; wie een dwaallichtje uitmaakt, heeft een einde aan zijn eigen leven gemaakt.’ Als passende verdediging staat in een boek uit 1862 te lezen: ‘Met kerkhofaarde naar de dwaallichten gooien.’

< >