Spreekwoorden zoeken
uitgelicht
Bestel nu de Formule 1 Encyclopedie!
Spreekwoorden 'duivel'
Een handige duivel
Gekscherende uitdrukking voor iemand, die in bepaalde of veel dingen ervaren isEen arme duivel
Dit kan inderdaad slaan zowel op iemand die niets bezit, als op iemand die om de een of andere reden ons medelijden opwekt. Het woord ‘duivel’ heeft hier een goedaardig karakter. De tegenstelling van ‘een arme duivel’ is ‘een reddende engel’Een baarlijke duivel
‘Baarlijk’ is afgeleid van Mnl.: ‘baar’, bloot (vgl.: baar geld = bloot geld, geld dat iemand bloot voor de ogen wordt gelegd). Een ‘baarlijke duivel’ is derhalve: een blote (onvermomde) duivel, zich zonder enige vermommingen vertonende. Vnl. gezegd van al wat een voorwerp van verschrikking kan zijn. Het meest gebruikelijk is de verbinding met duivel of een synoniem daarvan. Soms spreekt men ook van: baarlijke onzinRode baard, duivelsaard
Drukt een oud vooroordeel uit tegen rood haarZondagswerk is duivelswerk
Op werk dat op zondag is verricht, rust geen zegenArbeid op Zondag verricht, brengt meestal geen voordeel
aan. Ook: Zondagswerk gedijt niet
Een duivelse grijns
‘Grijns’ is een verbaal abstract van: grijnzen, van Du.: grinsen; uitbreiding van de wortel van: grijnen, grienen. Onaangename vertrekking van het gelaat, lelijke tronie. Een gezicht zoals men zich voorstelt dat de duivel trekt, wanneer hij weer een slachtoffer te pakken heeft. Een gemene gelaatsuitdrukkingDuivels zijn
Ergens duivels over wordenIemand duivels maken
‘Duivels’ betekent ook hier: toornig, in hoge mate ontstemd, verbolgen
Een duivels plan
Een plan dat alleen maar door de duivel kan zijn uitgedacht en bijgevolg aan alle eisen van gemeenheid voldoetDe duivel is los
Alles is in rep en roerIemand de duivel injagen
Hem in hoge mate ontstemmen, toornig makenIemand de duivel aandoen
Iemand plagenDe duivel in hebben
Deze uitdrukking houdt verband met de vele bijbelteksten over: door de duivel bezeten zijn (krankzinnig zijn). Men bedoelt ermee: in hoge mate uit zijn humeur zijn, verbolgen, ontstemd, zeer boos zijnDe duivel rijdt hem
Hij is van de duivel bezetenWel alle duivels
Krachtterm zonder feitelijke betekenisDat is een arme duivel
Hij heeft geen geldDe neerstigheid verbant de duivel
Arbeid is de beste hoeder van de deugdDe duivel houdt de kaars
De duivel heeft de hand in het spel(Z. N.) Het gaat er niet mals toe
(Deze spreekwijze berust op een legende aangaande de H. Dominicus, die de duivel, hem als een aap verschenen, zou gedwongen hebben een kaars voor hem vast te houden, tot hij zich de vingers brandde)
De naarstigheid verbant de duivel
Door vlijtig te zijn behoedt men zich zelf voor allerlei kwaadArbeid is de behoeder van de deugd
Spreekwoorden
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren