Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

vortzak

betekenis & definitie

Rotzak, smeerlap; bandiet.

Ik moest die oude vortzak mijn vuist in de smoel slingeren, TEIRLINCK 1952, 1, 200.

Liever dan nutteloze herinneringen op te halen, keek ik uit of ik die twee vortzakken geen ergernis kon geven, geen smerige poets kon bakken, BOON 1961, 28.

Ha, niet alleen Jan de Lichte moet eraan, maar ook die stervende vortzak van een Tineke, BOON 1975, 209.

< >