Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

voetpad

betekenis & definitie

Trottoir, stoep (langs de huizen).

Hij wilde het voetpad over rennen en in de wagen duiken, maar hij bleef voor de drempel staan, VAN AKEN 1958, 10.

Straten werden de laatste tijd nodeloos opengebroken, wegbedekkingen werden vernietigd, tegels van voetpaden werden weggegooid, Uit een informatiefolder Boom sept. 1976.

Een vrouw die ... het voetpad reinigde, werd opgeschrikt toen plots een naaktloper doodkalm voorbij stapte, Gentenaar 27/7/1977.

Opm.: In de standaardt. wel in de bet.: smalle, vaak niet verharde weg, uitsl. voor voetgangers (bijv. in een park, een bos enz.).

< >