Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

verschoning

betekenis & definitie

Verontschuldiging, excuus; iem. om verschoning vragen, excuus vragen, zich excuseren, zich verontschuldigen; - vaak als tw., als beleefdheidsformule: verschoning! pardon! sorry! neem me niet kwalijk! enz.

«Ik vraag u wel duizendmaal om verschoning, meneer Van Gansen,» sprak de directeur, inwendig razend omdat hij zich door z’n mannen zo op een dwaalspoor had laten leiden, LANGENS 1947, 54.

Ik had de heren laten wachten. Suizelig ... vroeg ik de heren ootmoedig om verschoning. Ze glimlachten alleen, heel beminnelijk, DAISNE 1948, 104.

Er valt een beetje as van zijn sigaar tussen de spleet van zijn hemd op zijn blote harige borst. Hij verheft het hoofd, «verschoning», murmelt hij, Gazet v. Antw. 29/7/1977.

< >