Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

sigaar

betekenis & definitie

In de uitdr. de sigaar krijgen, ook: een sigaar roken, smoren e.d., een standje krijgen, op zijn donder krijgen enz.

Als de klant niet tevreden is, krijgt de maître d’hôtel de sigaar, met het keukenpersoneel heeft hij niets te maken, V.D. VELDE 1964, 57.

< >