Het verhuizen, verhuizing.
Mama Roothooft had het te druk met den verhuis. Zij had een der huizen van den notaris voor hem en haar laten in orde brengen, WALSCHAP 1939, 71.
Toen heb ik het weinige dat in een gevangeniscel aanwezig mag zijn, samengepakt en de «verhuis» was vlug gedaan, BROUNS 1951, 52.
Bij sterfgeval of verhuis ruimen we volledig uw huis, Shopping (ed. Gent) 20/5/1976.
De verhuis van de franstalige universiteit uit Leuven (UCL) die in 1967 bedongen werd door de Vlaamse gemeenschap zal in 1980 werkelijkheid zijn, Gazet v. Antw. 31/7/1977.
Toen mochten de bewoners van de getroffen gebouwen hun kostbaarste bezittingen buiten halen. De grote verhuis werd donderdagmiddag begonnen. Velen durfden niet meer in hun eigen flat, Laatste Nieuws 1/8/1980.
Na de verhuis in 1923 naar Kapelle-op-den-Bos werden de produktiemogelijkheden sterk uitgebreid, Laatste Nieuws 4/8/1980.
Opm.: In de standaardt. wel in sam.: verhuisdatum, -kosten, -premie, -wagen enz.