Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

uitbaten

betekenis & definitie

1. M. betr. t. een bezit, een handel, een zaak e.d.: beheren met het doel deze produktief, winstgevend te maken; exploiteren; in ’t bijz.: (een zaak) tegen vast loon of tegen provisie voor rekening van een ander beheren; - soms bep.: in exploitatie brengen, in gebruik nemen.

Hij zou ergens een kroeg uitbaten en achter de tapkast staan, BOON 1961, 191.

De Zuidamerikaanse regeringen stellen geen belang in hun onontgonnen gebied. Ze verwijten zichzelf dat ze het niet kunnen uitbaten, WALSCHAP 1975, 174.

Wij zoeken onze ontspanning in het bos, wat veel goedkoper is dan in die kommercieel uitgebate ontspanningsgelegenheden, Vrouw en Wereld okt. 1976, p. 5.

Het olieveld wordt uitgebaat door de Amerikaanse maatschappij A., Gazet v. Antw. 13/5/1977.

In vijvers waar de sportvisserij uitgebaat wordt met als doel winst te maken, daar kijkt men natuurlijk niet zo nauw, Gentenaar 30/5/1977.

Bloso wil het complex niet uitbaten als een manége, het ligt in de bedoeling er sportkampen en -klassen te organizeren in het raam van haar aktie «Sport voor allen», Gentenaar 3/8/1977.

Gevraagd jong werkzaam gezin (35-40 j.) om restaurant en café uit te baten, Kerk en Leven (ed. Boom) 13/4/1978.

De omloop in Nijvel wordt, omwille van financiële moeilijkheden, niet meer commercieel uitgebaat, T.V.-strip 19/5/1978, p. 39.

Tweede probleem was de paardenfokkerij «Zangersheide» in Lanaken die wordt uitgebaat door de Nederlander L.M., Gazet v. Antw. 1/8/1980.

Ook o.a.: BRULEZ 1950, 158. WEYTS 1950, 96. JONCKHEERE 1967, 63. Westkust 26/8/1976, p. 13.

2. Uitbuiten.

Waar werkelijk nood heerst, verpleegt hij gratis, en dat hij bovendien nog hier en daar geld toesteekt, is ook geen geheim. Toch moet niemand beproeven om hem op dat punt uit te baten, want daar is hij op zijn hoede voor! WEYTS 1950, 26.

Opm.: Thans ook in Nederl. in de bet.: benutten, zoveel mogelijk voordeel trekken uit -, tot nut of voordeel aanwenden, m.n. ter vermijding van uitbuiten, dat ongunstiger associaties oproept (We hebben de indruk dat in Nederland de toevoerkanalen dichtslibben door het bewuste „uitmelken” van films die het goed blijven doen. De risicokansen worden er door verkleind, de lopende films worden tot de laatste gulden uitgebaat, Volkskrant 24/3/1972).