Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

stellen

betekenis & definitie

1. Plaatsen, zetten; stel de vaas maar op de schoorsteen, op de grond enz.

- In de standaardt. in deze bet. in eig. toep. w.g.; wel in oneig. toep. als: in de plaats stellen, op de voorgrond stellen, terzijde stellen enz.
2. In toep. met de bet.: ‘in een bep. toestand brengen, doen zijn, maken’, die afwijken van het gebruik in de standaardt.: iem. op zijn hoede stellen, op zijn hoede doen zijn; iem. op de hoogte stellen (van -), op de hoogte brengen; iets te koop stellen, te koop (aan)bieden; in de praktijk stellen, in praktijk brengen, uitvoeren; iem. aan het werk stellen, aan het werk zetten (wel: alles in het werk stellen) enz.
- Zie ook bij de znw. die met stellen een min of meer vaste verb. vormen.

Zij is voornemens naar een rustiger betrekking voor hem uit te zien. En ondertussen zal zij hem in het kaarsenkot aan het werk stellen, TEIRLINCK 1952, 2, 47.

H. bleef steevast zijn negatieve houding verder in de praktijk stellen, Laatste Nieuws 30/7/1980.

De aandrang waarmee de federaties van de textielen kledingnijverheid het plan ... verdedigen en onder een hoedje spelen met de vakbonden moet de gemeenschap op haar hoede stellen, Laatste Nieuws 30/7/1980.

- In de verb. aan iets een einde stellen, iets doen ophouden, beëindigen, niet meer toelaten, aan iets een einde maken enz. (Vgl. fr. mettre fin a).

Hierop maakt mijnheer Valeer met lofwaardige hoofsheid aanstalten om een eind te stellen aan zijn bezoek, TEIRLINCK 1952, 2, 12.

Dit vast besluit, hetwelk een einde stelde aan al zijn weifelingen, vervulde hem eensklaps met een volbewust en bijna juichend gevoel van stevige kracht, BUYSSE 1959, 15.

Er moet toch iets gebeuren! Iemand moet toch een einde kunnen stellen aan die ... aan die ... Zoiets moet toch voorzien zijn in de reglementen! WILLEMS 1970, 20.

Aan de inschrijving kan vóór laatstvermelde datum een einde worden gesteld, Bond 21/1/1977.

Zonder dat ze vooraf de bedoeling zou gehad hebben, ... stelde ze een einde aan de manier van leven waartegen ze niet meer opkon, Gazet v. Antw. 19/4/1977.

3. M. betr. t. zaken: in orde brengen; (een wekker) (op een bep. uur) zetten.

Is het vuur uit? Is de deur gesloten? Is de wekker gesteld en opgewonden? Vrouw en Wereld nov. 1975, p. 24.

4. In de verb. het (goed, slecht) stellen, het (goed, slecht) maken; vaak als beleefdheidsformule bij het informeren naar iemands gezondheidstoestand: hoe stelt uw man het? e.d.

Juffrouw Germaine bemerkte Conscience terstond, en zonder den blik naar mij te werpen, kwam ze voor hem staan en vroeg hoe Mevrouw Conscience het stelde, TEIRLINCK-V.D.W. 1928, 16.

«En hoe stelt het Luc, kind?» vraagt Jolleke als voor zichzelf, WACHTERS 1946, 201.

Natuurlijk wil hij weten hoe zijn neef Achiel het stelt en hoe hij zich gedraagt, TEIRLINCK 1952, 2, 19.

Fientje aarzelt een ogenblik; zij weet niet wat ze aan dat vreemd vrouwmens nog moet zeggen: - Nu, goeie avond, zegt ze, en stel het goed, DE PILLECYN 1962, 71.

Hoe is het mogelijk, na al die tijd. Ik merk dat je het goed stelt, VAN AKEN 1965, 141.

W. heeft ... gezegd dat hij het naar omstandigheden vrij goed stelt. Hij verblijft voorlopig in een hotel in Istamboel nabij het konsulaat, Gazet v. Antw. 27/4/1977.
5. Zich in iets stellen, zich schikken in -, berusten in -.

Wat is ’t moeilijk praten over zaken die een snerpende pijn joegen door uw vleesch! «Kan hij er zich in stellen?» vraagt Jolleke. «Het heeft hem niet verrast, zei hij. Aan kanker is immers niets te doen!» WACHTERS 1946, 64.

Zij ging drie kinderen hebben waarvan een rijk zou worden - maar zij moest er zich in stellen, want een ander zou vroeg sterven, BOON z.j., 88.

6. Van vragen, problemen e.d.: rijzen; de vraag stelt zich of -, de vraag rijst, nu is het de vraag of - (gall., ter vert. van fr. la question se pose); er stellen zich tal van problemen, er rijzen heel wat problemen, daar komt heel wat bij kijken enz.

Kunstmatige inseminatie is vrij nieuw. Er stellen zich hierbij vragen van morele aard, waarop hier niet verder ingegaan wordt, Vrouw en Wereld maart 1974, p. 5.