Strelende aanraking, streling; aai; - ook scherts, in toep. op een klap, slag; iem. een streel geven.
Ik ging dolgraag naar de kapper toe, om hem vaak, en lang, en grondig aan mij bezig te voelen, zoals een hond die verzaligd kijkt omdat hij een streel over zijn kop ontvangt, DAISNE 1948, 12.
Ik liet me dus die ongewone streel welgevallen, de kapper ginnegapte vriendelijk in de spiegel, DAISNE 1948, 14.