In Vl.-België zeer gebr. vorm voor: Pinksteren.
De dinsdag na Sinxen, dat is de derde Sinxendag, wordt op de Burcht een grote receptie gehouden, TEIRLINCK 1952, 2, 218.
Van dan af trokken wij met Pasen en Sinksen naar Averbode, LIA TIMMERMANS 1962, 141.
Die voormiddag stierf Victalis. Het was donderdag voor Sinksen, CLAES 1976, 33.
Wij (zouden) het op prijs stellen, dat de advertenties voor het weekend van Sinksen tijdig binnengebracht worden, Klokske 27/4/1978.
Ook o.a.: TIMMERMANS 1966, 44. Vrouw en Wereld jan. 1975, p. 7. Info mei 1978, p. 35.
Sam.: sinksenbloem (Wdl.), ben. voor de narcis;
- sinksendag (Wdl.), pinksterdag (Zo wordt dan Victalis begraven op tweede Sinksendag, CLAES 1976, 41.
FC Sportief Gent organizeert op de sinksendagen een dubbel voetbaltornooi, Gentenaar 30/5/1977.
Met de Sinksendagen zal blijken welke massale belangstelling deze universiteitstad en tevens bierstad nog kan opwekken in deze tijd, Klokske 27/4/1978); Sinksenfoor, kermis in de pinkstertijd, inz. in toep. op de grote kermis in Antwerpen (De weg naar de Sinksenfoor is stukken beter aangeduid, Gazet v. Antw. 6/7/1977);
- Sinksengebeuren (Het was toen ook gebruikelijk dat men in de kerk het Sinksengebeuren nabootste door o.a. vanuit het gewelf een witte duif te laten vliegen, Info mei 1978, p. 35);
- sinksenkermis (Het jazzgebeuren kadert zich in de sinksenkermis, Gentenaar 30/5/1977);
- sinksentornooi (o.a. Gentenaar 30/5/1977); Sinksenweek(end), pinksterweekend) (Dat was het enige lichtpunt na een Sinksenweekeind waarin, voor de buitenwereld althans, niet zo veel gebeurde in het dubbele gijzelingsdrama, Gentenaar 31/5/1977).