Terugdringen; inz. in psychologische zin: verdringen.
Toch past het in de economie van dit werk de lezer deze onthulling niet zo lang te onthouden over een typisch geval van gerefouleerde zinnelijkheid, die zich gekristalliseerd had, vooreerst op de persoon van de theaterdirectrice en ... de andere vrouwelijke artisten van het Borgense toneelgezelschap, BRULEZ 1950, 59.
Bij andere (personen) ... verstikt het bloed de vaart naar de vrijheid, en de omgespoelde drift wordt ingesloten, overwelfd en voor altijd naar de buik gerefouleerd, TEIRUNCK 1952, 1, 181.
Wij kunnen in de teksten van Karel van de Woestijne vaststellen dat slechts zeer zelden de emotie, die de dichter bij de natuur- en liefde-beleving ondervindt, door de schroom wordt vertroebeld of gerefouleerd; haast nooit wordt het zielsgevoel ... door de schroom verstoord, WESTERLINCK, De psychologische figuur van K. v.d. Woestijne 40 (1952).
Afl.: refoulering, verdringing (in psychologische zin) (Sommigen zullen hier met Freud de refoulering van het sexuele instinct in het onderbewuste verantwoordelijk stellen, WESTERLINCK, De psychologische figuur van K. v.d. Woestijne 79 (1952)).
