Klein raam in de naald van een kerktoren, ver boven de klokstoel; - ook: overdekte opening in een dak tot het verluchten van de ruimte onder de kap.
Hij onderging het gelijk iemand die langen tijd moedeloos ingesluimerd, zonder fut heeft rondgedoold ..., maar opeens het vaandel of den groenen mei door ’t ravegat van den toren ziet uitsteken, STREUVELS 1964, 184.