Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

pensioen

betekenis & definitie

Pension; ook: kost en inwoning; kostgeld, pensiongeld; - ergens in (op) pensioen zijn, in pension.

Zijn volk zegt hij, kan niet maandenlang voedsel kopen voor grote partijen hoenders, met het risico dat ze de kosten niet opbrengen. Namens allen beslist hij echter dat zijn volk een proef zal nemen als Baert dat risico dekt en neemt het voorstel aan van Baert, die de kuikentjes wil geven en het voedsel op krediet. De hoenders zullen als op pensioen zijn a zoveel per dag. Wanneer Baert ze halen komt op dag en uur door hem te kiezen, zal hij betalen de pensioenprijs maal x dagen, WALSCHAP 1963, 335.

< >