Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

kiezen

betekenis & definitie

Bij verkiezingen: stemmen.

Eens had zij moeten gaan kiezen en had in een auto gezeten. Dat was de enige gebeurtenis, die zij in de laatste vijftig jaren had beleefd, LIA TIMMERMANS 1962, 127.

Afl.: kiezing, (thans inz. spreekt.) verkiezing (Z’hebbe m’n steertbeentje kapot gestampt omdat ’k bij de kiezing met een lijst ben opgekomen, VAN LOOY 1945, 46.

De ras- en taalverrader van Ertborn bij de komende kiezing in het zand te doen bijten! BRULEZ 1950, 30.

Nu draag ik pamfletten rond voor de kiezing van zondag, vanavond en vannacht gaan we plakken en kalken, VAN AKEN 1965, 162); hierbij: gemeentekiezen, gemeenteraadsverkiezing; kamerkiezing, kamerverkiezing, in België bep.: parlementsverkiezing (BROUNS 1951, 28).