Van zaken: naderbij komend, nabij» Hij betrapte er zich op, met afkeer te denken aan thuis en het nakende weerzien en schaamde zich om dit gevoel, dat hem onverhoeds overvallen had, VAN HEMELDONCK 1945, 87.
Het onder water dompelen, tot verstikking nakend is, Vrouw en Wereld okt. 1977, p. 14.
Het komt nog zover, dat de flatbewoners zullen moeten patatten planten langs de autostrades. Wat zal daarvan in huis komen? Het droevig vooruitzicht is nakend, dat er geen of weinig boerderijen meer zullen zijn, Gazet v. Antw. 19/4/1977.
Opm.: In de standaardt. zo goed als volledig veroud., behalve in bijz. stijl, bijv. de nakende dood.