Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

losvijzen

betekenis & definitie

(Iets) losschroeven, losdraaien, opendraaien enz.

Ik was het die het plan had ingegeven om ... alle lampen in de gang los te vijzen en dan, midden in de nacht, een verspreid en afwisselend gebrul aan te heffen in de cellen, LEBEAU 1962, 15.

De ganse dag met de deurknoppen spelen, deurknoppen tekenen, deurknoppen los- en weer vastvijzen, VAN AKEN 1965, 171.

Het flesje schudden - Het stopsel losvijzen. Op een natte spons of borstel, een heel weinig B.’E. gieten Op een fles vloeiboer schuurmiddel (1969).

< >