Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

kribbelen

betekenis & definitie

Slordig en haastig schrijven; kriebelen, krabbelen.

Ik kribbel mijn aantekeningen op stukjes papier en blaadjes uit oude schrijfboeken, VERMEYEN 1947, 35.

Afl./Sam.: gekribbel (Die onbekende stijve letters zullen op Willem misschien meer indruk maken dan ’t familiaar gekribbel van Bertha, ELSSCHOT 1960, 620); - kribbelaar (Wdl.); kribbeling (De minste kribbeling van haar hand zou dienstiger zijn dan dat mooie stuk van uw eigen fabricage, ELSSCHOT 1960, 388); - kribbelschrift (Wdl.).

< >