Drift, woede, kwaadheid, toorn; in een Franse koleire schieten, woedend worden; er de koleire van krijgen, er woedend, driftig, chagrijnig van worden.
Tamboer kwam er achter dat ik zijn klanten meer deed betalen dan ’m wist, en hij kwam op een noen thuis in een franse koleire, CLAES 1960, 86.
Ik zou doodvallen van colère als een arbeider zijn klak afdoet voor zijn baas, Volksmacht Z7/8/1976.
„Man, je krijgt er de koleire van”, riep hij zaterdagmorgen te Angers. „Die kommissaris daar is naar hier gestuurd met de uitdrukkelijke opdracht ons wraakzuchtig uit te melken”, Gazet v. Antw.11/7/1977.
Het verhaal van een leeuw zonder tanden, die langzaam, vanuit een soort onderhuidse kolère, tanden krijgt, Gentenaar 10/7/1977.