Als gall., in de bet.: kwaliteit; ook in de verb. dat is de soort (die ik zoek, wil hebben) enz.; - ook: gespuis, tuig, uitschot.
Ze leek altijd doodeenvoudig gekleed, maar de stof van haar mantelpakjes was van de eerste soort en het fatsoen niets dan een kunstwerk van smaak, DAISNE 1948, 29.