Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

schieten

betekenis & definitie

In Vl.-België in enkele verb. die in de standaardt. niet (meer) voorkomen: een kleur schieten, van kleur veranderen, een kleur krijgen, beginnen te blozen; - (in brand) vliegen.

Er valt een momentje stilte, waarbinst de jonge Burchtheer een hoge kleur schiet, TEIRLINCK 1952, 1, 76.

Wanneer zij hem na een tijd opmerkt, schiet zij een kleur, die haar pijn doet, TEIRLINCK 1952, 2, 215.

Zijn gloednieuwe wagen reed tegen een boom te pletter, belandde vervolgens in een gracht en schoot meteen in brand, Nieuwsblad 18/4/1977.

Sam.: schietkraam (Wdl.), schiettent (op de kermis).