I. In versch. verb.: (het is) eieren of jong, kiezen of delen; - met iem. een eitje (of eike) te pellen hebben, iets onaangenaams met iem. te bespreken hebben, iets te vereffenen hebben enz., met iem. een appeltje te schillen hebben.
Al de aanwezigen hadden een eitje te pellen met de nalatige heer des huizes, afrekeningen van maanden, zelfs jaren oud, BIJDEKERKE 1948, 111.
Nog veel minder om onschuldigen, waarmee ze om een of andere reden een eitje te pellen hebben, naar een strafkamp te sturen, VAN AKEN 1963, 29.
- Met een (zwaar, groot) ei (in zijn broek, in zijn gat) zitten e.d., in (grote) verlegenheid zitten, niet weten wat te beginnen, bang zijn (dat iets ongewensts zal gebeuren enz.); ook: een ei op hebben, met een ei op iets zeggen e.d.
’t Is maar spijtig dat de rijke politieke gieren mij bij elke verkiezing 50.000 stemmen ontfutselen. Wat wilt ge, ze zitten met een ei in hun broek dat ik zou gekozen worden! VAN LOOY 1945, 47.
«Menheer Bidoul», zei ik, «ik zou geerne es een woordeke willen spreken». Ik bleef bij de deur staan, ’t Was aan zijn gezicht te zien dat ’m met een zwaar ei zat, CLAES 1960, 108.
Hij had alle redenen om met de gang van zaken in zijn schik te zijn; hoe meer transitairs er bij me over het matje kwamen hoe duidelijker bleek dat de bulamatari’s met een ei opzaten, VAN AKEN 1963, 8.
Hij verdiende gemiddeld zowat het driedubbele van mijn salaris... Mijn broodje zou hier gebakken zijn. Ik keek naar mijn oom op en zei schuchter lachend met een ei op: Morgen geef ik mijn ontslag en volgende week kom ik hier bij u werken, PAITWELS 1971, 59.
Sam.: eierkoek, (gewest.) omelet; eierkrans (Wdl.), (vero.) eierstok; eierpotje, eierpotteke, eierdopje; eierschelp (Wdl.), eierschaal.
II. In de bijw. verb. ei zo na, bijna.
Hij probeerde de achterkant van de ski in de sneeuw te duwen, maar... het enige dat hij er mee bereikte, was dat hij opnieuw ei zo na zijn evenwicht verloor, en met zijn armen metershoge gaten in de lucht sloeg om recht te blijven, BERKHOF 1962, 84.
Dumon... bracht ei zo na een vrije kans aan de voet van Teugels, wat bewijst dat RWDM zijn deel van het spektakel voor zich nam, Gazet v. Antw. 21/4/1977.
Ook o.a.: CLAES 1960, 27. VAN AKEN 1963, 85.
