ei
1) (sch.) drol. Kijk onder: 'een ei leggen'. 2) (1959) (vnl. jeugd) (vaak verkleinvorm) scheldwoord voor een halfzacht persoon, een doetje, een sukkel. Soms ook: dom iemand. • Jan was even verbluft door de brutaliteit waarmee zulk een slap ei als Lammers te werk was gegaan. (Willy van der Heide: Kunstgrepen met kunstschatten. 1959...