Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

echel

betekenis & definitie

Bloedzuiger; ook als scheldn. in toep. op pers. die van het werk van anderen profiteren, die anderen uitzuigen: woekeraar.

Er zal wel nooit eer te halen zijn aan... de spichtige pakken buntgras, die zich in den grond vastzuigen als echels, BLOMMAERT 1945, 95.

Ze roepen en tieren door mekaar. Houtekiet, hoe hebt ge dat gedaan gekregen? Houtekiet, hebt ge erop getroefd? Houtekiet, ik zie hem op zijn knieën zitten, de bloedzuiger, de dikke echel! WALSCHAP 1963, 384.