Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

bougie

betekenis & definitie

Kaars.

Daar we die (een gewijde kaars) nooit in huis gehad hadden nam ik de bougie uit de lantaren en stak die boven in de toot van de jeneverfles, CLAES 1960, 36. Petrol was er haast niet te krijgen en aan de bougies, die de woekeraars al hadden opgekocht, was niet aan te geraken dan tegen onmenselijke prijzen, LIA TIMMERMANS 1962, 45.

Daar stond een kerstboom met een stalleke, met bougiekes en een kribbeke, Uit: Kerstmis in Antwerpen 1978.

< >