het N. van de provincie Natal, beslaat slechts een deel van het gebied der vroegere Zoeloe-koningen. Het wordt begrensd ten Z. en Z.W. door de Toegela, ten Z.O. door de Indische Oceaan, ten N. door Portugees OostAfrika (Mozambique) en ten W. door de provincie Transvaal.
In 1897 werd het bij Natal ingelijfd. De oppervlakte is 26 999 km2; de bevolking bestond in 1946 uit 386 633 Naturellen en ca 6000 Blanken. Het land, dat aan de zee vlak is, loopt, naar het binnenland toe, op. De voornaamste rivieren zijn de Toegela met de Buffalo, de Oemlhatoesi, Oemvolosi, de Mkoesi en de Pongola. Het heeft enige bossen met kostbare houtsoorten, waaronder de Acacia Mollissima, die een goede looistof oplevert. Het binnenland is vruchtbaar en gezond, met mooie landschappen; de kust is minder gezond en zeer warm.
De bevolking bezit grote kudden runderen, schapen, geiten en paarden. De voornaamste landbouwproducten zijn: maïs, kafferkoren, pompoenen en bataten; aan de kust: koffie, thee, katoen en suiker. De delfstoffen zijn: goud, ijzer en anthraciet.De oorspronkelijke bewoners van het land, de Ama-Zoeloe of Zoeloes, zijn Bantoes, maar onderscheiden zich van andere Bantoevolken door hun buitengewone dapperheid en hun lichaamskracht. Ca 1818-1820 vielen zij in groten getale uit Centraal-Afrika het Z. binnen en richtten een grote slachting aan onder de vreedzame stammen, die vooral van landbouw leefden. Zij onderwierpen hen en vermengden zich met hen, waardoor nieuwe volksstammen ontstonden, te midden waarvan zij de aristocraten waren. Deze gemengde Zoeloestammen vindt men nog tot in het hart van Oost-Afrika, tot bij de grote meren. Zij hebben als regeringstaal en hoftaal het Zoeloe bewaard.
Moselikatse viel de Transvaal binnen en verwoestte land en volk, totdat de Boeren hem in 1837 versloegen, waarop hij in Mashonaland een nieuw rijk stichtte. Machtiger dan hij, was Tsjaka, die zijn onderdanen vormde tot een bijna onoverwinnelijke militaire macht, die een gevaar was voor het O. van geheel Zuid-Afrika. Onder zijn opvolgers: Dingaan (1828-1839), Panda (1839-1872) en Ketsehwayo trokken zij moordend en plunderend rond. Met deze Zoeloes kwamen de Trekboeren in aanraking. Piet Retief werd door hen verraderlijk vermoord, maar op 16 Dec. 1838 werd Dingaans leger door hen verslagen en zijn broeder Panda als hoofd aangesteld. In 1878 kwam diens zoon Ketsehwayo in oorlog met de Engelsen.
Hij versloeg hen 22 Jan. 1879 bij Isandhlwana (waar prins Napoleon dodelijk gewond werd; gest. 1 Juni 1879), maar later werd hij door generaal Wolseley verslagen en gevangengenomen. In 1882, toen Wolseley het gehele land in 13 stukken verdeelde, werd hij aan het hoofd van een dier stukken geplaatst. In strijd gekomen met een ander hoofd, Oesibeboe, zijn persoonlijke vijand, werd hij verslagen. Hij vluchtte en stierf 5 Febr. 1884. Dinizoeloe, zijn zoon, door velen als het rechtmatige hoofd erkend, zocht nu hulp bij de Boeren. Lucas Meyer, Transvaals generaal, ondersteunde hem.
Zo werd Oesibeboe verjaagd en verkreeg Dinizoeloe het gezag over geheel Zoeloeland. Uit dankbaarheid schonk hij een stuk van zijn gebied aan de Boeren, die er (16 Aug. 1884) „de Nieuwe Republiek” stichtten, die in Oct. 1886 door Groot-Brittannië werd erkend. In Mei 1887 is Zoeloeland formeel geannexeerd, en in 1897 met Tongoland bij Natal ingelijfd. In Dec. 1907 werd Dinizoeloe beschuldigd, dat hij had deelgenomen aan een opstand van inboorlingen, waarbij Engelsgezinde hoofden waren vermoord. Hij werd tot gevangenisstraf veroordeeld. In Juni 1910 stelde generaal Botha hem op vrije voeten.
Hij stierf in 1913 in Transvaal. De huidige regent van Zoeloeland heet eveneens Dinizoeloe.
Lit.: J. Y. Gibson, Story of the Zulus (P. Maritzburg 1903); A. T. Bryant, The Zulu People (Pietermaritzburg 1949) (met zeer uitvoerige literatuuropgave).